Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Wees welgekomen | Willekeurig | Top woorden | Recent
Dit is slechts 1 definitie voor "eweg." Bekijk alle definities.
weg, heen, voort
koppeling van en + weg;
< ‘en’ was een voorzetsel met de betekenis ‘op’, met de 3de en 4de naamval van weg
Middelnederlands: enwech, enwege(n).
Het hedendaagse bijwoord ‘weg’ is uit e(n)weg ontstaan.
Vooral in Vlaams-België maar ook elders wel voorkomende eweg, dat ook in samengestelde woorden nog wordt gebezigd, herinnert aan de oorspronkelijke herkomst. (Woordenboek der Nederlandsche Taal)
zie ook eweg zijn
Doe die ankers eweg, we gaan varen!
Vandaar het Engelse lied: “Anchors Aweigh”
Aweigh werd later away, terwijl het oorspronkelijk van het Vlaams (zoals hoger beschreven) overgenomen werd via handel en zeevaart.
Toen de Duitsers hier binnenvielen waren al die Fortsoldaten rap eweg. Zowel in eerste als in tweede wererldoorlog werden de Antwerpse forten élk door minstens drie legers bezet.
Enfin, ik zijn eweg, de groeten!
Dien boek op die tafel is eweg.
Goddeweg! (ga weg)
/.ewèch/ en /.egaa/ voor eweg en agauw zijn misschien verbasteringen voor “al” weg en “al” gauw:
Eweg bestaat op zichzelf en is een afgeleide van ‘away’. Het is geen verbastering van al+weg maar betekent ‘op weg’
Aweg daarentegen: Uit a- en weg. Mnl. awech.
= Verkeerde of onbegaanbare weg. Na de 16de e. nog enkele malen in zndl. litteraire taal aangetroffen.
A op zich is een verouderd voorvoegsel, thans alleen nog over in het bnw. amechtig en oubollig, verbastering van abolgig (WNT).
Agauw komt van algauw = bijw. uit al + gauw: versterking van gauw. In het Zuiden (TUERL.; CORN.-VERVL.; JOOS 1900-1904; TEIRL.).
Zeer gewoon is al in den zin van reeds ook in verbinding met andere bijwoorden van tijd, als b. v.: al aanstonds, al dadelijk, al haast, al lang, al ras, al spoedig, al terstond, al voorloopig, al vroeg. Het maakt met elk van die woorden eene vaste en eigenaardige zegswijze uit. In een paar zulke uitdrukkingen is al met het woord zelf, door wijziging der beteekenis, tot eene eenheid samengesmolten, en wordt nu aaneen geschreven, t.w. in Aldra en Alvast.
Al < Ook in den vorm alle. Behalve in zndl. dialecten (zie de idiotica) ook in het Oosten van N.-Nederl. bekend (GALLÉE). (WNT)
Geen probleem dat ge extra voorbeelden toevoegt, Taalgardenier, maar ge moet de originele voorbeelden wel laten staan natuurlijk. Ge zult het wel niet erg vinden dat ik ze heb teruggeplaatst.
Ingelogde gebruikers kunnen reacties aan deze definitie toevoegen.
Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.