Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
(eten) proppen, gezegd als men zijn punt van verzadiging bereikt heeft maar er nog meer eten op het bord ligt dan men beleefdheidshalve kan laten liggen.
Goh, ’k moen al steken wi zeg. Die taarte vult.
Als ontspanning langs winkeltjes rondkuieren of korte cafebezoekjes brengen, eventueel met de bedoeling iets nieuws te ontdekken en ervan te genieten
Bij uitbreiding ook gebruikt voor promiscu gedrag.
Morgen moet ik niet gaan werken. Ik heb goesting om een keer te gaan venderen in ’t stad.
Sinds dat hij gescheed is, vendert hij van het ene vrouwmens naar het andere.
als ontspanning rondkuieren zonder specifiek doel, tenzij met de bedoeling iets nieuws te ontdekken en ervan te genieten, zoals cafeetjes of winketjes
Morgen moet ik niet gaan werken. Ik heb goesting om een keer te gaan venderen in ’t stad.
Gebruikelijke behandeling, gezegd van bijvoorbeeld plaatsen in het huis die schoongemaakt moeten worden in het kader van een wekelijkse poetsbeurt
A: Moet die keuken echt gedaan zijn? Hij is toch niet vuil en hij is passeerde week nog maar gedaan.
B: Ja ja toch wel want hij moet zijn recht hebben.
(eten) proppen, gezegd als men zijn punt van verzadiging bereikt heeft maar er nog meer eten op het bord ligt dan men beleefdheidshalve kan laten ligen.
Goh, ’k moen al steken wi zeg. Die taarte vult.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.