Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Reacties van de Bon

    suggesties voor de Vlaamse Woordenboek 2.0

    56 (vervolg)
    Het gebeurt meer dat het eerste woord van de regel wegvalt, als er haken rond dat woord staan. Daarom werkt het wel als er een spatie voor staat: dan is het niet meer het eerste woord.
    Tijd dat de stielmannen aan de renovatie beginnen.

    Toegevoegd door de Bon op 24 Jul 2021 13:36

    mee

    In Antwerpen is het toch altijd ‘mè’, niet enkel voor een klinker.

    Toegevoegd door de Bon op 22 Jul 2021 15:00

    flora

    Ik heb stinker veranderd in stinkerke; ofwel moet het lemma aangepast worden, maar in de provincie Antwerpen, in de Kempen en Limburg wordt meestal stinkerke gezegd, niet stinker.

    Toegevoegd door de Bon op 20 Jul 2021 15:49

    plankierkaarter

    Plankierkaarter

    uit Taal en Tongval Jaargang 40 dbnl:

    “Het woord plankijs is in het Kortrijks nog hoofdzakelijk bekend in de samenstelling plankijskaarter, een scheldwoord voor een slecht kaartspeler. Het woord herinnert aan of verwijst naar de mannen die (vroeger meer dan nu) op warme zomeravonden op de stoep kaart zaten te spelen. Met dit woord drukte de burgerman zijn hele verachting uit voor het bedenkelijke niveau van dergelijk kaartspel. Het Gents (Lievevrouw-Coopman 1951, II, 1098) en het Brugs hebben hiervoor het woord plankierkaarter, dat Lievevrouw-Coopman omschrijft als ‘Zinspeling op de kinders of kleine jongens, die op de plankieren tegen de gevels der huizen zitten te kaarten’.”

    Toegevoegd door de Bon op 20 Jul 2021 13:56

    afzien

    Van Dale 2005, bij afzien:
    “4. leren doen door te kijken naar een persoon die erin bedreven is, syn. afkijken: iemand een kunst, de geheimen van een kunst afzien; -(gew. ongemerkt bespieden).”

    Volgens mij is het niet ‘iemand afzien’, maar stiekem afzien hoe iemand iets doet. Bv: slim trucske he, dat heb ik afgezien van de loodgieter toen die de lek hier herstelde.

    Toegevoegd door de Bon op 17 Jul 2021 15:10

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.