Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
kwinkslag zou komen van: Mnl. quincken (zich snel bewegen), dus de betekenis zal oorspr. zijn geweest ‘verrassende slag’ (Van Dale).
Kwint zou kunnen komen van het Franse quinte (Lat. quintus): een vijfde. Vgl.: Ze niet alle vijf hebben, of ze niet alle vijf op een rijtje hebben.
Een kwint kwijt: men is er dus één van de vijf kwijt;)
Volgens mij is er een verschil in het gebruik van het meervoud voor moeder/vader tussen de Kempen en Antwerpen.
In de Kempen gebruiken ze het meervoud als ze spreken tegen een buitenstaander. Bv: os va is 100 jaar geworden.
In Antwerpen is het altijd enkelvoud, zelfs al heeft de spreker zes broers en zussen: mij vader is nog goed te been. Als de kinderen onder elkaar spreken is het natuurlijk wel ‘ons’.
Welkom Frans Heerman!
Ik vind ook de uitdrukking met ‘niet’ de meest logische, maar blijkbaar wordt de andere meer gebruikt.
@LeGrognard
Uit Onze Taal:
“Het gaat me niet in de koude (of kouwe) kleren zitten betekent dat iets je niet onberoerd laat: het grijpt je aan, je bent erdoor geraakt. Volgens het Groot Uitdrukkingenwoordenboek van Van Dale (2006) impliceert het ook dat je tijd nodig hebt om het te verwerken.
F.A. Stoett plaatst in zijn uitleg van deze zegswijze de (koude) kleren tegenover de warme huid, of zelfs het hart. Volgens het Groot Uitdrukkingenwoordenboek wordt met de koude kleren de bovenkleding bedoeld. Als iets wist door te dringen door je koude kleren, drong het daarmee ook door tot je ondergoed.
Je kunt ook iets (maar) langs je koude kleren laten afglijden. Dat betekent dat je je er juist niets van aantrekt. Dat raakt mijn koude kleren niet betekent eveneens dat iets je in het geheel niet raakt. Het Woordenboek der Nederlandsche Taal (WNT) citeert Constantijn Huygens (1596-1687): “Mijn’ koudste kleederen en raeckt dat niet”."
De Bo:
LETJE, LETSKEN, o. Beetje, weinigje. Een Letje geld, fr. Un peu d’argent. Hij heeft nog een letje schulden, maar niet veel meer. Daar is armoede in dat huizeken, en geen letje, Hij heeft slagen gekregen. ’t Was geen kleen letje (d. i. overvloedig veel). Wacht een letje,
ft. attendez un peu. Beurtelings een letje gaan en een letje
rusten. Hij slaapt nu en dan een letje. Een letje ziek zijn.
- In Fransch – Vl. zegt men lijtjee (liitje). Dit is een verkleinwoord van ’t ongebruikte let, lijt, waarvan lettel, luttel gevormd is. « Ghy sult noch een weynigh slapen,
noch een lutsken sluymooren. » (J. David, s. j.)
De overschrijving is prima, maar is ‘ik weet niet hoe’ (de versterkende uitdrukking, zoals Gryt zegt) geen Vlaams? Indien wel, kan het terug ingevoerd worden. Of is het SN?
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.