Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
in Antw. komprommi
compromis is voor mij in alle betekenissen m. Onz. klinkt hollandser, dus beter zeker? (vgl macadam).
Die ‘voorlopige’ is een misleidende term. De overeenkomst is voorlopig omdat de echte verkoopsakte nog niet getekend is. De notaris moet eerst checken of de verkoper wel de eigenaar is, of het huis niet gehypothekeerd is, of er geen schulden zijn bij de fiscus enz.
De compromis is echter wel finaal in de zin dat hij bindend is voor de koper, die kan nier meer terug als hij van gedacht verandert.
De compromis kan wel een ‘opschortende voorwaarde’ bevatten, bv voor een lening. Als de koper de lening niet krijgt van de bank gaat de verkoop niet door.
(De uitleg is een beetje summier, maar geeft je misschien toch al een idee).
voor mij is een karikatuur ook een overdrijving, maar in het dialect van hallo waarschijnlijk niet he, waarom zou hij/zij het anders toevoegen?
Er staan hier wel meer woorden met een rare definitie, zie eens naar opportunist.
ai, ik heb komaf (van haloewie, 6 jan 2008) geklasseerd in het SN archief. Het staat ongemarkeerd in gvd, gratis wb en de online vd. Het wordt ook gebruikt door Nederlanders op Google.
Zou dit een evolutie van het woord betekenen of een vergissing van het woordenboek? (of heb ik mij ergens vergist?)
gvd 2005:
1.afstamming
1.iem. van hoge, van lage komaf
1.iem. van goede, eenvoudige komaf
ook als tweede lid in samenst. als de volgende, waarin het eerste lid een sociale klasse noemt
arbeiderskomaf, boerenkomaf, burgerkomaf
(zie WNT voor heel het artikel)
pin
8. In overdrachtelijke toepassing op personen; verg. ook boven bij C, 1). In Z.-Nederl.
Een gierig mensch. De overgang der bet. kan op verschillende wijzen zijn geschied. Waarschijnlijk heeft men gedacht aan: zoo schraal en dun zijn als een pin (in de bet. A), doch verg. Geldersch pinnensnijder voor gierigaard (V. SCHOTHORST). Zie ook Pingat. Elders is een taainagel iemand die erg afdingt, pingelt.
Hij is pinneken dun, hij is nauw en gierig, ’t is een gierige pé, SCHUERM. (1865-1870)
(zie ook CORN.-VERVL., die ook vermeld: een pinnekendood van een ventje) .
Vandaar: een gierige pin, of enkel: een pin.
Eene pin zijn, fel gierig, RUTTEN (1890).
’t Is een pin! Hij zou op ’nen cent doodvallen!
Die gierige pin! CLAES, Bijv. op TUERL. ’En pin van e wijf, CORN.-VERVL.
Mijne gebuur is maar ’en gierige pin, Ald.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.