Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Kempisch volksverhaal
De Paters van Tongerlo verhinderen uitbreiding van de pootziekte.
Op een boerderij waren al enkele dieren gestorven aan mond- en klauwzeer. De boer ging naar de paters van Tongerlo, die hem fijne bladeren gaven, die op rozenblaadjes leken. De pater zei: “De dieren die al ziek zijn, zullen sterven, maar de andere zullen niet ziek worden”. De boer gaf de bladeren aan de dieren. De dieren die nog niet ziek waren, bleven gezond, zelfs al likten ze de zieke dieren aan de muil, die vol schuim stond. (http://www.volksverhalenbank.be/mzoeken/zoeken_Detail.php?ID=46382)
Dan wordt de regio veranderd want in de Kempen wordt deze benaming daar ook voor gebruikt.
Bij mensen spreekt men niet over deze vorm van pootjesziekte maar van mond- en klauwzeer of hand-, voet- en mondziekte.
De uitdr. ‘naar de jaak, zjaak zijn’, ken ik niet. Wel ‘naar de genoe (zjenoe) zijn’.
Ja, kloekespijs, dialect van Vorselaar, Herentals, Lille enz. In Lier en omstreken is het klokspijs.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.