Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
(Booms) ‘Me de nief bure zn we wee gu gestelt: elke nacht fiejeste (feesten) en lawaat (lawaai), koetskesvolk!’
reucht
(Booms) ‘Me de nief bure zn we wee gu gestelt: elke nacht fiejeste (feesten) en lawaat (lawaai), koetskesvolk!’
- zigeuner (en zodoende konnotasie van slecht gedrag, onbetrouwbaarheid enz.)
- een slordig aangeklede persoon
verbastering van Bohemers, mensen uit Bohemen
zie ook: boejemer
Een kamp van bojemers is nevens het vliegveld. Die woonwagens staan daar het ganse jaar door.
(Booms) ‘Moete gy na alty ligge pikke, gy se boejemer!!’
Doet eens rap ander en fatsoenlijke kleren aan, ge zijt precies een bojemer
reucht
(Booms) ‘Me de nief bure zn we gu gestelt: elke nacht fiejeste (feesten) en lawaat (lawaai), koetskesvolk!’
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.