Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
uit misnoegen niet meer spreken tegen iemand, mokken, koppig zijn, bouderen, beeld zonder klank, kop houden, (Booms) moemmen
De persoon die dikwijls kopt is een kopper: ‘dat ligt in het karakter’
zie ook: petten
Dat is nu al drie dagen dat mijne gebuur en zijn vrouw aan het koppen zijn tegen mekandere … plezant is anders!
“Pallieter zag Charlot koppen en zei: ‘Ge mut dezen avond is nor Marieke schrijve dat ze na komt.’”, uit ‘Pallieter’, Felix Timmermans, 1916
soort (grote) wesp (hoewel lokalen dikwijls verschil niet erg goed weten en het ook voor de ordinaire wesp gebruiken)
zie paardenwesp
(Booms) ’Dekt’ave kola af me dien onderlegger, of strak zit’et ie vol me pyewespe!!’
stijve (niet lenig, niet zwak)
(Booms) De zjumenas da’s nix veu mâ, ik zijn nen aate!
Ik zijn ook een houten, dat zijn twee houten bijeen.
beschadigen, bekrassen, iets (ongewild) schade toebrengen, schaafwonden oplopen.
in Antw.: geschalodderd
Ze heeft haar auto nog maar een week en hare zijkant is al geschalotterd!
Hij is gisteren met zijne velo gevallen. Gans zijne knie geschalotterd!
Ze hebben hier gisteren proberen inbreken. Het slot van ons voordeur was geschalotterd.
(Booms) ‘Díeje (plastieken) smurf was geschalotterd, en nie verzamelwaardig!’
/str.e.oet/
keel, strot
Komt net zoals “strot” van het Engelse “throat”
Stroot is thans gewestelijk nog in gebruik.
WNT:
Middelnederlands strot(te). Daarnaast in ‘t Middelnederlands strote, stroot, dat tot in de 17de eeuw, althans in geschrifte, zeer verbreid was.
In verschillende mnl. geschriften en ook bij KIL. komen vormen voor met metathesis: storte, sterte, starte enz.: zie voor de mogelijke verhouding tusschen al die vormen W. DE VRIES, in Tijdschr. 28, 228; volgens SCHUERM. (1865-1870) zegt men in den omtrek van Lier nog stort.
In’ stroot opedoen, opezette, overluid schreeuwen, TUERL.
Die brakke spinazie krijg ik niet door m’n stroot. Ge hebt er een handsvol zout bijgedaan ipv. een snuifje.
(Booms) ’A’ge ni oeppast groebbel’k’a sebiet bâ a stroot!’
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.