Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
troep
Dank je, een goed soepje kan er bij mij altijd in …
Maar nu je het zegt: die figuurlijke betekenis had “potaozje” inderdaad ook: “wao ’n potaozje!” betekende zoveel als “wat een onoverzichtelijke troep!”
Zegt men in het Frans ook niet “Quelle soupe!”? Ook als het mistig weer is. Maar die bijbetekenis heeft “potaozje” dan weer niet.
In Zuid-Limburg hoort men vooral “potaozje”. Zegt men elders niet ook “potagie” – of zoiets? Alleszins een gerecht met gekookte groenten, bv. dikke groentesoep.
Een voorbeeld zou kunnen zijn:
Een(e) noen zonder petezze/potaozje/potagie is geen(e) noen.
“galjaar” is voor mij een struise kerel, een kloeke vent – alleszins een substantief; “buitenmaats” en “buitenproportioneel” zijn adjectieven die je bezwaarlijk als definitie voor een substantief kunt gebruiken. Allee, vind ik, hé!
gewoon ‘weg’ dus, ervan onder, de voor op, pompstokken snijden …?
Klopt voor Vlaams Brabant, evenwel niet gebruikelijk in Limburg bij mijn weten.
Hij is verlief op dingske van hierneven, (of) op dat van de geburen
Men zegt in Limburg wel: ’t is aan met …
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.