Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
pit
In Zuid-Limburg was “pit” tot voor kort het gewone woord voor “(over)jas”. Als ik het goed heb, gebruiken alleen de oudere dialectsprekers dit woord nog:
Doet uw warme pit maar aan, er staat een koude wind.
(lokale uitspraak: Doêt z’ne wêrme pit mêr aon, doë steet ne kaaë wènd)
Vuistregels
Daar valt over te “disketeire/disketeere/diskutiëre”, maar volgens mij kan je “akkeleir” (zonder h en met dialectische uitspraak van de uitgang) toch moeilijk zo maar als Standaard Nederlands brandmerken?
Hoe dan ook: enkele duidelijke vuistregels over welk woord wel en welk niet aanvaardbaar is als Vlaams kan dit woordenboek goed gebruiken.
OK, dan riskeer ik “Gans Vlaanderen”
Ook niet in Limburg, “belen” betekent daar “blaffen”.
pakske
of een boeleke in de dop:
met een pakske thuiskomen, betekent dat ook niet “ongewild zwanger raken”?
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.