Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Ontelbare benamingen
Van benamingen voor de pissebed moeten wel heel wat lokale varianten bestaan …
In Limburg alleen al: wild varken, molenvarken, mergelvarken, kelderverkske, keldermot, kelderzeug, steenmot, steenvarken, houtzeug, dik varken, bedpis, baggelzoog, kelderhenske, stekelvarken, zeikester …
(Bron: Woordenboek v.d. Limburgse Dialecten, materiaalbases)
Ook in (Zuid-)Limburg zegt men “forsbollen” voor biceps.
Het muziek
Onzijdig, naar mijn aanvoelen.
> Het meziek geet aut (de fanfare is op pad)
> Zèt ’t meziek ès wat stiller! (zet het geluid, de muziek eens wat lager)
(“mondmeziekske” is uiteraard onzijdig)
Van het internet geplukt:
> De Dag van het Muziek start om 11.30 uur met een optreden van de plaatselijke jeugdharmonie.
hartaanval
In Limburg vrouwelijk, lijkt me: “ze hèt ‘n attak g’had” (met dit woord wordt bij ons verwezen naar een (hart)aanval, niet naar een beroerte (zoals Van Dale vermeldt) – dat heet dan weer “e beslaog (op de hiëse)” (zie beslag.
Komt inderdaad veel frequenter voor in Vlaanderen dan in Nederland, maar de uitdrukking is in NL niet onbekend, en beide termen staan (afzonderlijk) ongemarkeerd in Van Dale in de hoger bedoelde betekenis.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.