Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
ter hoogte van, naast, op gelijke hoogte met
Mijn grootmoeder had haar plaats in de kerk aan de vrouwliedenkant richtens de biechtstoel.
nieuw, ander
Ons Anzjel heeft weeral e vers lief, ne kwaffeur uit Scherpenheuvel!
er wordt niets betaald voor een voorwerp of een geleverde dienst, alleen wordt er beloofd voor de gever, schenker te bidden
Zjeraar bekloeg er zich over dat die gierige pin van een Melanie hem met nonnekesgeld betaalde voor het omgraven van haar hofke. Nog geen silvoeplekke van een boterham, laat staan nen arré, had ze hem gepresenteerd.
in de uitdrukking: zot van geloure zijn = een hoge dunk van zichzelf hebben; pronkzuchtig, ijdel, trots zijn
In een dorp met een botte toren (uitspraak: toure) zijn de mensen zot van geloure.
(Reactie van inwoners van Gelrode als ze weer eens voor “brekken” uitgescholden werden door inwoners van Wezemaal. In Wezemaal heeft de kerk geen torenspits, een botte toren dus, en dat kwam omdat ze ooit aan een grote, ruime, mooi versierde kerk begonnen waren maar uiteindelijk geen geld genoeg hadden om de toren fatsoenlijk af te werken, idem voor Sint-Sulpitius in Diest en nog vele andere kerken.)
tweede- of zelfs derde- of nog mindererangsburger
scheldwoord gebruikt door de inwoners van Wezemaal voor de tweede-enz.-rangsburgers van het buurdorp Gelrode, dat door die van Wezemaal als het “strooien dorp” gebrandmerkt werd.
De Gelderodese brekken mogen in Wezemaal de talloren komen uitlekken.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.