Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
beven, bibberen, huiveren om velerlei redenen: schrik, koude, afgrijzen, afkeer, honger, dorst …
Ik raaijer van den honger, een goei talloor soep zou me goed doen.
worteltje
In Aarschot klinkt dat in het dialect als: “ajkkes en poejkkes” (erwtjes en pootjes) en men maakt er dan ook soms voor de grap “pajkkes en moejkkes” (zie moeikke) van, een vorm van “rhyming slang” in het Aarschots!
Een blikje erwtjes en pootjes
Wat eten we deze noen? Pajkkes en moejkkes
vader
Het ging zo van “ons vake” (kindertaal), over “onze va” (pubertaal), naar “onze pajt” (jong volwassene), naar “ons pajkke” (jonge senior).
Morgen wordt ons pajkke 90.
Het is half acht, tijd voor klein mannen en ouw pajkkes om slapen te gaan! Kom vader, ik help u naar de kelkkamer.
kelderkamer, maar het was geen kamer in de kelder, wel een kamer boven de kelder, die uitgegraven was in de vorm van een half verdiep: half in de grond dus en half erbovenuit gebouwd, meestal met een bovengronds keldergat in de vorm van een klein venstertje. Die kamer deed in vele hoeves dienst als “master bedroom”: de boer en de boerin sliepen in de kelkkamer.
De boerin was ziek en meneer doktoor wist direct waar hij haar dan moest gaan zoeken: in de kelkkamer.
vader
Het ging zo van “ons vake” (kindertaal), over “onze va” (pubertaal), naar “onze pajt” (jong volwassene), naar “ons pajkke” (jonge senior).
Morgen wordt ons pajkke 90.
Het is half acht, tijd voor kleinmannen en ouw pajkkes om slapen te gaan! Kom vader, ik help u naar de kelkkamer.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.