Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
een weg die het midden houdt tussen een veldweg en een verharde weg, ook wel verhard maar dan met steenpuin en andere rommel, ook paardenkak, koeiendrek, as, enz. en met veel putten en grote plassen als het regent
Een stuk van de Stappersestraat, de Wittehoefstraat, de Rauwbergstraat in Schaffen zijn nog echte assewegen.
lang opgeschoten meisje
Vroeger was ons Marcella zo’n dik drobbeke maar toen ze een jaar of twaalf was werd ze opeens zo’n lange lits.
er wordt niets betaald voor een voorwerp of een geleverde dienst, alleen wordt er beloofd voor de gever, schenker te bidden
Zjeraar bekloeg er zijn eigen over dat die gierige pin van een Melanie hem met nonnekesgeld betaalde voor het omgraven van haar hofke. Nog geen silvoeplekke van een boterham, laat staan nen arré, had ze hem gepresenteerd.
een wel zeer dik gesneden snede brood, meestal toegevouwen met een lap spek ertussen als beleg, mond ver open om er een stuk te kunnen afbijten
Krijg ik van u een boterham, nonkel Jan? Ik heb grote honger. Maar zeker, vent, éne voor met één pol, of éne voor met twee pollen? Als ik mag kiezen, geef me dan maar een arré, merci.
zeer dun gesneden boterham met een weinig boter en nauwelijks beleg, vaak aangeboden door de Vlaamse meid van Frans-sprekende burgerij aan een gelegenheidstuinman van het platteland met de woorden “s’il vous plait”. De tuinman dacht dat die boterham dus een “silvoeplekke” was. Toen de recepties bij bruiloften ingang vonden in Vlaanderen, werden de aangeboden hapjes in het begin van die nieuwe gewoonte ook vaak silvoeplekkes genoemd.
Ik heb liever één arré dan tien silvoeplekkes.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.