Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Speekselroede was eigenlijk een wrede vorm van pesterij die af en toe voorkwam op de speelplaats van de lagere school en ook wel daarbuiten, bijvoorbeeld op het dorpsplein, meestal als de jongeren daar verzamelden ter voorbereiding van de plechtige communie of iets dergelijks. Het slachtoffer werd eerst omsingeld door een bende belagers. Ze deelden stampen, stompen en slagen uit aan het slachtoffer tot dat probeerde uit de cirkel te breken wat haar of hem toegelaten werd; maar dan vormde zich vliegensvlug een dubbele rij belagers rondom hem of haar en vanaf dan mocht het slachtoffer ook bespuwd worden zolang het zich in één of andere richting voortbewoog. Als het slachtoffer bleef staan, mocht niet meer gespuwd worden. De cirkel ging dan weer dicht.
De pastoor had de grootste moeite om Mieke Peeters uit de speekselroede te bevrijden. Slechts het uitdelen van enkele flinke bazzewatten kon de belhamels uit mekaar drijven.
Dit was in Gelrode een afgedankte holle weg die door de mensen uit de omgeving als stort gebruikt werd. De rivier de Demer vloeit ook langs Gelrode op de grens met Aarschot en verderop op de grens met Betekom. De echte Demer diende vroeger (foei!) ook vaak als stort voor alles wat men kwijt wilde. Er is ook nog zijezekes zalf: speeksel om over een kleine wonde te wrijven.
Als ons Irma zo slecht blijft koken, kap ik ze in zijezekes demer!
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.
