Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wees welgekomen | Willekeurig | Top woorden | Recent

    Woorden die beginnen met 'pl'

    1. pla (222)
    2. ple (57)
    3. plf (1)
    4. pli (12)
    5. plo (60)
    6. plu (47)

    De volgende 333 termen in onze databank beginnen met 'pl':

    plaag
    plaagstaart
    plaagstok
    plaaster
    plaasterbord
    plaasteren
    plaastergips
    plaasterkalk
    plaasterkalkpap
    plaasterpap
    plaasterspecialist(e)
    plaat
    plaat hebben
    plaat, een ~ nemen
    plaat, een ~ pakken
    plaat, z’n ~ blijft hangen
    plaat, zet die ~ af
    plaat, zijn ~ blijft hangen
    plaats
    plaats, de beste ~
    plaats, in ~ komen van
    plaats, openbare ~
    plaats, strijdbare ~
    plaats, van ~ geraken
    plaatsbal
    plaatse, ter ~ afstappen
    plaatse, ter ~ trappelen
    plaatser
    plaatser buitenschrijnwerk
    plaatsgebonden aangelegenheden
    plaatsgrijpen
    plaatsingsploeg
    plaatsj
    plaatslager
    Place m’as-tu vu
    placeren
    placeren, een danske ~
    placeren, een woordje ~
    placeur
    pladerm
    pladijs
    pladijsfile
    plaetsjke
    plafon
    plafond, aan zijn ~ zitten
    plafond, het ~ van de grote markt witten
    plafond, tegen het ~ plakken
    plafond, vals ~
    plafonneerder
    plafonneren
    plafonneur
    plag
    plage
    plage, een ~ opdoen
    plagen is om liefde vragen
    plaisantie, hof van ~
    plak
    plak op
    plak, de ~ zwaaien
    plak, in ~ van
    plakhout
    plakiester
    plakiesteren
    plakijzer
    plakkaat
    plakkatief
    plakkedester
    plakkehand
    plakkekke
    plakkemond
    plakken
    plakken gaan laten nemen
    plakken op
    plakken-handjes doen
    plakkepol
    plakker
    plakkesnoet
    plakkevort
    plaklint
    plakplaaster
    plakploeg
    plakpoot
    plaksel
    plakstuiver
    plaktouw, met spuug en ~ aan elkaar hangen
    plakwaaier
    plamuister
    plamuren
    plan B
    plan, in ~ laten
    plan, zijne ~ trekken
    planché
    plancher
    plancher geven
    planificatie
    planifiëren
    plank
    plank met een gat in
    plank met een koet in
    plank, de ~ maken
    plank, van de ~ zijn
    plank, veel brood op de ~
    plankier
    plankierkaarter
    plankvast
    planlast
    plansier
    plant
    plant, triestige ~
    plantentuin
    plantjesweekend
    plantrekker
    plantrekkerij
    plao
    plaqué
    plas, de was en de ~
    plaspoort
    plastiek
    plastieken
    plastiekerig
    plastiekske
    plastiekvanger
    plastikken
    plastische opvoeding
    plastische opvoeding, leraar ~
    plastron
    plat
    plat bier
    plat gedraaid
    plat jonk
    plat rijden
    plat Vlaams, in het ~
    plat water
    plat zijn
    plat, zo ~ als een vijg
    platbroek
    platdakvenster
    Platdiets
    plateau
    plateau, op een ~
    platen kot
    platen nemen
    platen pakken
    platendraaier
    platform
    platgeklopt zijn
    platijzer
    platkloppen
    platnijpen
    platschijter
    platsteken
    platte
    platte band
    Platte Belskes
    platte broodjes bakken
    platte jong
    platte kaas
    platte kal
    platte mannen
    platte meutte
    platte patatten
    platte petetten
    platte praat
    platte rust
    platte talloren
    platte vijg
    platte zeug
    platte, de ~ spelen
    plattekaas
    plattekes
    platten hanne
    platten tjoep
    platten tuub
    platvallen
    platvink
    platvos
    platzak
    plavei
    plaveien, er de straten mee kunnen ~
    playboy
    plechten
    plechtige-communie-zieltje, op zijn ~
    pledder
    pleegverlof
    plein
    plein, zo fris als een konijn op de ~
    pleinvol
    pleister, een ~ op een houten been
    plek
    plek, in ~ van
    plek, niet op uw ~ zijn
    plek, niet van ~ geraken
    plekijzer
    plekke, in - van
    plekke, ter ~ blijven trappen
    plekken
    plekkepollen
    plekker
    plekketig
    plekoep
    plekplaaster
    plekpot
    pleksel
    plenke
    plenken
    plenker
    plets
    pletse
    pletseberrevoets
    pletskop
    pletten
    pletteren
    pletwals
    pleute
    plexischerm
    plezant
    plezant, het moet ~ blijven
    plezant, terug ~ club
    plezante
    plezante nonkel
    plezante, beter een kleine ~ dan een grote ambetante
    plezante, flauwe ~
    plezanterik
    plezantigheid
    plezantste, de ~ thuis zijn
    plezantste, elders de ~, thuis de zwijger
    plezeerke
    plezier, leute en ~
    PLF
    pliang
    plichtig zijn aan
    plichtsbewust
    plichtstuk
    plichtvak
    pliesse
    plikken
    plikske
    plinken
    plinker
    plint
    plissé
    ploate
    ploddeke
    ploddeke, het ~ hebben
    plodderen
    ploeg van 't stad, de ~
    ploeggeest
    ploegkapitein
    ploegkoers
    ploegmaat
    ploes
    ploeterbad
    plofkoffer
    plomb
    plomberen
    plombier
    plompendevol
    plon
    plond
    plongeren
    plonsbad
    plonske, een ~ doen
    plooi
    plooi, de ~ geven
    plooi, in een andere ~ gelegd zijn
    plooi, op zijn ~ komen
    plooi, op zijn ~ zitten
    plooi, weer op ~ zijn
    plooibed
    plooien
    plooien of breken
    plooien of proppen
    plooien, in de ~ van de geschiedenis
    plooien, tussen de ~ vallen
    plooien, zich dubbel en dik ~
    plooier of propper
    plooieren
    plooifiets
    plooimes
    plooimeter
    plooistoel
    plooitafel
    plooivelo
    plopel
    plopgedoe
    plopperdeplop
    plorre, een vuil ~
    plot
    plot, vuil ~
    plote
    plotse
    plotteke
    plouchke
    plover
    pluchen
    pluim
    pluim, met de ~en gaan lopen
    pluim, pluimen in zijn gat
    pluim, van haar noch ~ kennen
    pluimen
    pluimen, (van) zijn ~ verliezen
    pluimen, ~ op eigen hoed steken
    pluimen, aan de ~ kent men de haan
    pluimen, aan de ~ kent men de vogel
    pluimen, met de ~ gaan lopen
    pluimgewicht
    pluimkesfrak
    pluimkeskussen
    pluk
    pluk, vuile ~
    plukke
    plukken
    plukkevort
    plumage
    plus
    plus 18-jarige
    plusbaasje
    plusbomma
    plusbompa
    plusdochter
    plusgezin
    pluske
    pluskind
    plusmama
    plusmoeder
    plusoma
    plusopa
    plusouder
    pluspapa
    plussen
    plusvader
    pluszoon
    pluxen

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.