Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Wees welgekomen | Willekeurig | Top woorden | Recent
Dit is slechts 1 definitie voor "eerstes, tweedes, derdes enz.." Bekijk alle definities.
eerst, tweede, derde,
eerstes-eersts, tweedes-tweeds, derdes-derds, vierdes-vierds, vijfdes-vijfds, zesdes-zesds, zevendes-zevenst-zeventst-zeventste, achtstes-achtst-achtsts-achtstes, negendes-negenst-negentst-negentste, tiendes-tienst-tientst-tientste, elfdes-elfst-elftst-elftstes, …
(Wie kijkt dit lijstje eens kritisch na?)
Van Summeren was in Parijs-Roubaix eerstes, Cancellara was tweeds en wie was er weer derdes?
Eersts moet ge stoppen met roepen anders kunnen we niet klappen.
Zij was zelf elftstes in den elft van de elfstedentocht voor elfen.
Eerstes, tweedes, derdes enz. in NL alleen door kinderen gebruikt: “Ik was eerstes”!
ik denk dat het -ens respectievelijk -s moet zijn (ni -es) dus
mss ook uitweiden over de twee gebruikswijzen (als eerste (eindigen, komen, etc); ten eerste … ten tweede …)
töm zöp!
Zelf gebruik ik alleen die met -es niet -s (dus eestes, twiddes, dardes enz), maar die zonder e dus alleen -s heb ik al wel gelezen.
Is er daar e verschil tussen? Of betekenen ze hetzelfde.
PS in de middelste zin zou ik zelve ni “eerst(e)s” gebruiken dus da verraste mij wel. Ik zou het alleen gebruiken in volgordes.
Ten eerste: het is Albertoo, en ten tweede: ik mag geen spruiten.
Eerstes: het is Albertooo, en tweeds: ik mag geen spruiten.
Eerstes schiep God hemel en aarde… (In VD staat deze ‘eerstens’ nog wel als tijdsaanduiding.)
Ik vind het moeilijk om er een lijn in te trekken en ik betrap mijn eigen erop dat ik ze door elkaar gebruik: Wie is er derds? Wie is er derdes? Wie is er derde? Misschien moet ik vragen: Wie kwam er na den tweede? ;)
zijnen eerste
In Brussel hoor ik wel eens het bezittelijk voornaamwoord bij een rangtelwoord:
> hij was/reed zijnen tweede,
> vorige week liep zij nog hare vierde (en vandaag kon zij niet volgen).
Bij het bepalen van de beurtvolgorde (nu zit ik weer in Haspengouw), riepen wij als kind om ter luidst:
> eerstes! tweeds! derds! … (ik mag eerst beginnen! ik als tweede! en ik derde!)
misschien -dst ipv -tst? ik neem aan dat die d is overgenomen uit -de
Gij ze èèst mor ik was “twits”
iests, twits, derts, virts, vefts, zests, zévests, achtst, négests, tiensts
maar ook: iest,zévest, négest, tienst
maar ook bv; viertst(s), twitst(s) enz.
Kempen (Herentals, Lier, en omstreken):
- iest, twied: twid, derd, vierd, vevd, zesd, zevest, achst, negest, tiend
- iestes, twiedes, derdes, vierdes, vevdes, zesdes, zevendes, achtstes, negestes, tiendes
Ingelogde gebruikers kunnen reacties aan deze definitie toevoegen.
Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.