Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Wees welgekomen | Willekeurig | Top woorden | Recent
Dit is slechts 1 definitie voor "noppes." Bekijk alle definities.
niets
Ik heb daar een hoop geld ingestoken, en weet ge wat ik daar aan overgehouden heb? Noppes, niks, nougabollen!
Wat een Hollandse woorden allemaal.
Bravo!
Owla, niet te rap, koarebleumke. Het is niet altijd wat het lijkt. Noppes staat inderdaad in VD en het woord zelf komt in NL veel meer voor dan in VL. Maar uit VD leren we o.a. dat er typische NL toepassingen zijn:
1.(Bargoens) niets
vormvariant: nop
â˘voor noppes
â˘ik sta hier niet voor nop!
ik wil er iets voor terug krijgen e.d.
â˘(volkstaal) noppie de nop
helemaal niks
?2.mis
â˘noppes hoor!
De meeste varianten en betekenis 2 zijn typisch NL. Zo kennen/gebruiken wij dat in VL niet. Dus waarom zou het omgekeerde niet kunnen: dat we in VL noppes op onze eigen manier toepassen.
Soms brengt google wel eens iets aan het licht:
‘het is noppes’ .BE (>3700) ; .NL (55)
‘het zal noppes zijn’ .BE (371) ; .NL (5)
‘het was noppes’ .BE (>2.800) ; .NL (39)
Dus ‘noppes zijn’ is blijkbaar toch vrij VL.
Waarmee ik niet gezegd wil hebben dat noppes het VL woord van het jaar is, maar we moeten toch voorzichtig zijn in het afwijzen van woorden.
Het is trouwens een heel interessante problematiek: heel veel SN woorden hebben in VL en NL verschillende toepassingen, nuances of zelfs betekenissen. Dat wordt door de taalmensen (zie voorbeeld VD hierboven) veel te weinig belicht.
Voor de volledigheid: de oorsprong van het Bargoense noppes ligt in Oost-Vlaanderen. Binnen Nederland geld/gold het als een Hollands (randstedelijk) woord. Hebben Antwerpenaren het meegebracht in de 17e eeuw?
VW-gebruikers hebben nu een bos om in te wandelen. Of te verdwalen. Gelieve door te halen wat niet verlangd wordt ;)
Noppes is in 1840 voor het eerst aangetroffen, in een Bargoense woordenlijst uit Zele in Oost-Vlaanderen, in de vorm noppe en met als betekenissen ânietâ, âneeâ. Het komt in die lijst onder meer voor in de zin: âBol, bekte gei noppe?â, wat betekent: âMeester, eet gij niet?â
Vervolgens vinden we het, in 1844, in de Algemeene Konst- en Letterbode, in een artikel over het Bargoens, in de verbinding voor noppis (âvoor niksâ). In de gevangenis, schrijft de auteur, heeft hij het Bargoens voor niks leren kennen: âIn de sjofele baies, waar wij voor noppis ⌠deze gewigtige taal hebben leeren knijzenâ.
De herkomst van noppes is onzeker, maar waarschijnlijk komt het van het Oudhoogduitse neowihts, dat ânietsâ betekent. In een Bargoens woordenboek uit 1906, getiteld De Boeventaal, vinden we als min of meer vaste verbindingen noppes poen voor âgeen geldâ, noppes bekaan voor âniets bij me, niets op zakâ en noppes kotsen voor âniets zeggenâ (dat wil zeggen: niets zeggen in een verhoor door de recherche). Bij de schrijver IsraĂŤl Querido vinden we in 1922 de uitdrukking van niks komt noppes. De Grote Van Dale vermeldt nog noppie de nop als âvolkstaalâ voor âhelemaal niksâ, en noppes hoor voor âmisâ.
Bron: Woordhoek, Ewoud Sanders
Die metafoor van het VW-bos spreekt me wel aan. Het SN is een aangelegd park met verharde smalle padjes en overal borden: Verboden het bos te betreden, verboden het gras te betreden, verboden dit en verboden dat. Het Vlaams daarentegen is inderdaad meer een enigszins verwilderd bos. Maar als ge u wat laat verdwalen komt ge er een heel rijke biodiversiteit tegen. Ik heb al eens een analoge metafoor van de taaltuin gebruikt en de parallel getrokken tussen de taal en de tuin van Bartel Van Riet.
Hoe dan ook, uw puik opzoekwerk brengt dan toch ook Vl roots van noppes aan het licht. En dat is vroeger ook al eens ter sprake gebracht: naast authentiek Vl woorden, inventariseren we hier ook woorden met een Vl oorsprong (zie bv. de vele wielertermen die nu ook SN zijn) of met een specifieke Vl toepassing (bv. federaal is een SN woord, maar heeft in VL een specifieke invulling) .
Olifantje in het bos
Laat je mamma toch niet los
Anders raak je de weg nog kwijt
En dan heb je straks nog spijt
Olifantje in het bos
Laat je mamma toch niet los
noppes
ik heb het woord noppes gewoon thuis geleerd in een afgelegen dorp van de Antwerpse Kempen waar iedereen dialect sprak, hoe zou het dan “Hollands” kunnen zijn? Als ik koarebleumke zijn reactie lees merk ik onmiddellijk twee woorden op die ik ook uit mijn dialect ken: “poen” en “knijzen”, het laatste wel in een andere betekenis dan hierboven aangegeven. Bargoens was de taal van mensen die veel rondzwierven, geen wonder dus dat we het her en der terugvinden, zowel in “Holland” als in “Vlaanderen”, twee gebiedsaanduidingen die ook rammelen, maar alla…we moeten er mee voort.
De metafoor van het VW-bos vind ik uitstekend Georges, maar ge vergeet nog de bos- en parkwachters te vermelden die u voortdurend vermanend toespreken. Wij noemden dat ten tijde van “Hier spreekt men Nederlands” de “Zeg niet Camion, maar Paraplu!” – mentaliteit. Volgens mij heeft die aanpak meer kwaad dan goed gedaan voor de promotie van de eenheidstaal.
Och, Marcus, zwijgt stil, ik fulmineer al een tijdje tegen de bos- en parkwachters van het SN op vlaamsetaal.be (http://www.vlaamsetaal.be/forum/draad/354)
Mijn dokter heeft zelfs afgeraden ermee voort te doen ;)
âNeowihtsâ, dat herinnert mij aan de legendarische professor De Grauwe, de enige mens in het land die Gotisch spreekt.
Zijn favoriete fragment kwam uit de brief aan de KorinthiĂŤrs: âJaÂÞÞe friaĂžwa ni habau, ni waihts ihmâ (als ik de liefde niet heb, ben ik noppes).
Dat âwaihtsâ is verwant met âwichtâ. W kan gemakkelijk B worden, vandaar dus niobets > nioppes > noppes. (Ik gis maar, hoor.)
Luc De Grauwe leest Gotisch:
http://www.youtube.com/watch?v=vI7ih2zLwDQ
Er lijkt verwantschap tussen noppes en nebbisj maar vooralsnog: geen harde bewijzen. Ook ik gis maar,
Noppes-nebbisj-neowihts
Of er verwantschap tussen deze woorden is? Ja maar niet tusssen alle drie.
Dirk Geinaert, lexicoloog te Leiden (INL) heeft het uitgezocht:
Noppes lijkt inderdaad terug te gaan op oudhoogduits neowihts (zie b.v. http://gtb.inl.nl/iWDB/search?actie=article&wdb=WNT&id=A011372&lemma=noppes en http://etymologiebank.nl/trefwoord/noppes) ; nebbisj lijkt een ander oorsprong te hebben (nl. jiddisch nebbisj, nebbich, waarschijnlijk uit een Slavische taal of uit Hebreeuws, vgl. nebuchim?), zie verder ook http://etymologiebank.nl/trefwoord/nebbisj.
Dirk Geirnaert
Lexicoloog / historisch taal- en letterkundige
INL ¡ Schatkamer van de Nederlandse Taal
niets, niks
De Indo-Europese talen, ofte Indo-Germaanse talen, vormen een taalfamilie van meer dan 400 verwante talen.
Het Nederlands behoort tot de Continentaal-West-Germaanse tak en de taal van de Slaven tot de Slavische tak. Beide talen vinden hun oorsprong bij de taal van de Kelten en de Germanen (2e millennium v.Chr.).
In de Zuid-Westelijke Slavische taal betekent niets: niĹĄta (uitspraak: nisjta); Sloveens: ni? (uitspraak: nisj)
In het Zuid-Oostelijke: ????: niĹĄto (uitspraak: nisjto)
Noppes is niet te vertalen in een andere taal.
Kleine mierenneukerij voor de Sloveense uitspraak hierboven: ni? wordt uitgesproken als nitsj, ofte een nietje dan wel een Nietzsche zonder sjwa.
Ingelogde gebruikers kunnen reacties aan deze definitie toevoegen.
Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.