Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Wees welgekomen | Willekeurig | Top woorden | Recent
Dit is slechts 1 definitie voor "e." Bekijk alle definities.
een
Het lidwoord ‘een’ heeft drie vormen: ne(n) voor mannelijke, en voor vrouwelijke en e voor onzijdige zelfstandige naamwoorden.
Uitzondering: als een zelfstandig naamwoord of een voorafgaand adjectief begint met een klinker of de letter ‘h’, ‘d’,‘t’ of ‘b’ wordt ‘ne’ ‘nen’ en ‘e’ wordt ‘en’.
regio Limburg: ook e vóór ‘b’
Vergelijk ook: e (weekdag)
ne vent, een vrouw en e kind.
Maar we zeggen: Nen tutter van een braaf kind
en bord, en dak, en teken, en huis, en oor, en uur, maar
e feest, e groot gat, e klein kind, e land, e meer, e nieuw blad, e pak, e stuk, e voorbeeld, e wrak, e zwaard.
> ander gebruik van e
Goed idee om die zo typische lidwoorden op te nemen!
“Gans Vlaanderen” klopt hier wel niet – maar dit is een bekende “bug” van dit Vlaamse e-woordenboekproject.
In Limburg (misschien ook in het Hageland?) hoor je die extra n-uitgang van het lidwoord immers nooit voor een (substantief of adjectief beginnend met) “b” (ik maak hier abstractie van het vrouwelijk lidwoord ’n); wel voor “d” of “t”, maar dan enkel bij mannelijke substantieven:
ne boer, ne brave mins, e brèèd (=bord), e bleek gezich, ’n braaf vroo, ’n bloo spang (=blauwe speld)
e daok, e teeke, nen toën (=toren), nen dievel, nen tutter.
Nog een merkwaardigheid:
E maandag ben in naar de tandarts geweest.
Normaal is dat ‘de maandag’…
Wie legt dat fenomeen eens uit??
Goeie vraag!
Mss is de ontwikkeling “de maandag” (Vlaams), “e maandag” (Vlaams), “maandag” (SN), met telkens ene klank weggevallen
Volgens mij is het gebruik van ‘e’ voor gans Vlaanderen.
Oorsprong: afgeleide van het engelse lidwoord ‘a’ en ‘an’:
a child, a man, a woman
an hotel, an englishman, an effort
Dat van gans VL, wel, fansy. Die vgl met het Engels gaat misschien ook wel op, tenminste voor het onbepaald lidwoord ‘een’. Maar voor die weekdag is toch wel een apart geval, denk ik.
e maandag, e(e)n dinsdag, … zijn welbepaalde dagen. Eigenlijk eerder in de betekenis van ‘deze maandag’, …
Dus die theorie van Grytolle klopt misschien wel. Het grappige is dat bv. voor ‘een dinsdag’ er een tussen-n bijkomt die van de oorspronkelijke ‘de’, via ‘e’ opnieuw een ‘een’ maakt. Volgt ge nog?
Wat gaat ge een dinsdag doen? (Wat gaat ge deze dinsdag doen?)
Wat gaat ge e vrijdag doen?
Kunt ge e zondag?
E zaterdag ben ik daar nog geweest.
De e komt inderdaad van ‘de maandag’, enz. wat ook wordt/werd gezegd. De n is bewaard gebleven vóór een mannelijk woord dat begint met d: den dinsdag, den donderdag.
De Paul komt ’n donderdag eten.
Ik heb het maar apart ingevoerd onder e (weekdag).
Maar ik dacht dat er misschien nog een andere piste was: zou het een overblijfsel kunnen zijn van ‘te(n) maandag’ enz. Ik weet dat ‘te’ bij tijdsaanduidingen wel eens gebruikt werd/wordt: te drie uur wordt hij verwacht.
Voer voor specialisten…
Ingelogde gebruikers kunnen reacties aan deze definitie toevoegen.
Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.