Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Wees welgekomen | Willekeurig | Top woorden | Recent
De onderstaande reacties zijn de laatst toegevoegde reacties op termen in ons woordenboek.
Dit is er weer zo eentje: De sector gebruikt het, de (kwaliteits)pers gebruikt het, de overheid gebruikt het en zowat elke Vlaming (behalve Mia Doornaert) gebruikt het, én toch vertikken ze het om het als standaardtaal in België te erkennen.
Voor zover mijn kennis reikt is het gewest dat sinds de 19e eeuw Wallonië genoemd wordt altijd een deel van de Lage Landen geweest waar weliswaar met het Frans verwante dialecten gesproken werden (en worden) maar dat behalve enkele Franse bezettingen (bij mijn weten) geen langdurig deel uitgemaakt heeft van het Franse rijk. Het woord ‘rattachisme’, ik neem aan gevormd naar het werkwoord rattacher (opnieuw vastmaken), klinkt in die zin niet erg logisch.
Voor extra context: https://www.youtube.com/watch?v=8Y7V5xD2QnY
Voor meer context: https://www.youtube.com/watch?v=GMZWRP1K7WU
door Vloamienklouis (27 Apr 2024 10:00)
Het verhaal van Moeder Babelutte begon in 1850, toen Rosalie Desmedt met haar man naar het kleine kustplaatsje Heist verhuisde.
Op een dag besloot Rosalie iets te maken dat haar moeder haar al lang geleden had geleerd: karamel met boter. Ze verpakte de snoepjes in gewoon boterpapier en verkocht ze aan rijke Engelse en Franse kinderen die aan zee kwamen genieten.
Snoepjes werden meteen een groot succes. De kinderen noemden Rosalie ‘Moeder Babelutte’. Babelutte is de verfransing van het woord ‘babbelaar’, dat verwijst naar karamel.
kortendrank
werd in de streek van Ettelgem/Oudenburg ook verbasterd tot korkedrank
Is die ‘ter’ in de SN-versie, als we nog ne keer taalgendarm mogen spelen, grammaticaal gezien niet gewoon fout? ‘Ter been’ zou in se betekenen dat dat been vrouwelijk is. Of zouden ze ooit ‘been’ als collectief meervoud gebruikt hebben? Dan zou het wel de vrouwelijke vorm kunnen gebruiken.
Een klein maar fijn verschil.
“Om en bij” wordt in NL ook gebruikt in de spreektaal, in geschreven vorm is “om en nabij” gebruikelijk.
“Me goan goan erpels gaden.” Moet dat niet garen zijn?
“Weer” is nog steeds in gebruik in het woord ‘weerwolf’.
:
Het woord stamt van het Oergermaanse *wera-wulfa. Wera betekende “man” (zie ook weergeld en wereld: *wera-aldi = “manoud”; wera is ook verwant met het Latijnse vir: “man”) en wulfa “wolf”. Een weerwolf is dus een manwolf.
Van de Westvlaamsch idioticon (blad 1188)
Dit oud woord gebruiken wij nog, doch in een verachte-lijken zin. Een leclike weer, fr. un vilain. Een oude weer.
Een groote weer. Een booze weer. Ga van hier, gij gloeiende
weet.
- Ook van dieren. Een onde weer van eenen haan. Een
dat men zijo gebod c
stinkende weer van eenen hond.
En weerman? Dat is eigenlijk een tautologie dan? ;)
Waar wordt dit nog gebruikt? ‘Weer’ (klinkt als ‘wèèr’) is een duizenden jaren oud woord, ik dacht dat het alleen nog (onherkenbaar) in ‘weerwolf’ en ‘wereld’ bestond.
In Limburg wordt vaak ‘te’ achter de stam toegevoegd in de tweede persoon enkelvoud in de tegenwoordige tijd. Hier is de herkomst (voor mij) duidelijk: te vervangt du d.m.v. samentrekking: bis du wordt dan biste, zaes du wordt zaeste, kriegs du, krieste. enz. Ik zal er nog eens een lemma van maken.
Het lijkt erop, zeker, maar het lijkt mij weinig waarschijnlijk. Duizendtweehonderd jaar geleden was de derde persoon enkelvoud van ‘sin’ en later ‘sijn’ in onze streken al ‘is’. ‘Ist’ kwam enkel voor in of in de buurt van het huidige Duitsland, en het zou niet logisch zijn dat die vorm dan plots toch doortrekt tot aan de kust, om dan in het midden niet gebruikt te worden.
Bovendien worden alle andere persoonlijke voornaamwoorden in exact dezelfde context onderworpen aan reduplicatie (ik → ‘kik, gij → gegij/jegij, enz.), dus zou het niet logisch zijn dat dat bij ’hij’ niet gebeurt.
Ich denke, daß sie allein ist (Ik denk dat ze alleen is)
Dit (t] is waarschijnlijk een overblijfsel van het oude Vlaamse Germaanse morfologische substraat dat in
Modern Duits:
Sie ist allein. (Ze is alleen.)
Ik denk dat ze alleen is. (Ik denk dat ze alleen is.)
Sorry, foutje, de bdht-klinkerregel is hier niet van toepassing, wel de h-klinkerregel:
… die gevolgd worden door een medeklinker die geen h is …
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.