Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
g ed volkome gelijk, ik was er efkes me mijne kop ni bij. aangepast
Volgens mij klopt het voor woorden van germaanse oorsprong in ieder geval wel altijd?
behalve woorden op -sel misschien, die onzijdig zijn. (hoewel men in Olland wel zegt, “DE deksel”.)
maar -sel is een ander suffix dan -el, en de -s hoord daar duidelijk niet bij de stam (dek-sel, maai-sel etc)
Alleen zal niemand die zó “beschaafd” spreekt het woord lageir gebruiken (ik ken in mijn directe omgeving niemand die zo ver gaat de ei als eijjj en de ui als uiwww uitspreekt, zelfs de meest fervente jij-en-jou-sletjes!)
Dus dees probleem stelt zn eigen niet, in beschaafd Antwerps heet het lagèèr of lageir dus, met de Verkavelingsvlaamse ei gelijk de Franse è, in plat Antwerps zou ik hem automatisch als de eë/eê van peêrd, eêring (haring) maken, net zoals “bleiten” (wenen, huilen, of blaten van een schaap" in het antwerps niet blijten/blaëten wordt uitgesproken maar bleêten/bleëten.
Ik neem aan dat “zien” ipv “kijken” in heel Vlaanderen gebruikelijk is, maar als het typisch Antwerps blijft moogde gerust dat label aanpassen.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.