Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
“Ik zie niet in waarom een taalkundig onding zoals ‘Hoe noemt dat?’ (Comment ça ‘s’appelle?) standaard-Nederlands zou moeten worden. ‘Goed om weten’ (Bien à savoir), ‘zich verwachten aan’ ( s’attendre à) en dat vreselijke ‘ze mochten beschikken’ (ils pouvaient disposer) evenmin. Het kan toch niet zo moeilijk zijn om correct Nederlands te schrijven en te spreken. Anders kunnen we net zo goed echt Frans gaan praten. Lekker makkelijk.” (lezersbrief Marcel Schoeters in De Morgen)
Lekker makkelijk! Mijnheer zet zijn eigen af tegen het vertaalde Frans, maar neemt klakkeloos het Noord-Nederlands over. Doe-oei!
Het was mij ook opgevallen, nthn, dat van die het cabien. Ik ken die vorm cabien zelf niet en zou er spontaan de voor zetten. Google kent enkele ‘het cabien’, maar die komen blijkbaar meestal uit .NL en hebben betrekking op een cabine van een camion e.d.
Het vnw heeft misschien gedacht: ‘Doe die Vlamingen maar gelijk hetzelfde’, de NL variant van ‘et pour les flamands la même chose’
Er is iets te zeggen voor uw standpunt, Taalgardenier. Sommige korte oe’s hebben in SN een korte o en daar laten ze dan wel een verdubbeling van de f toe: sloefen —> sloffen. Sloeffen zou dan niet onlogisch zijn.
Welkom, michelstevens. De aanpassing klopt inderdaad:
geleeg, geleg, zn.: ligging, huis en erf, steenbakkerij met terrein eromheen; aangelegenheid, aanbelang. Mnl. gelege ‘kasteel, huizing’, Vnnl. gheleghe ‘ligging, landhuis’ (Kiliaan). Mnd. gelege ‘ligging’. Afgeleid van Mnl. geliggen ‘gelegen zijn; van belang zijn’, liggen.
(F. Debrabandere (2010), Brabants etymologisch woordenboek: de herkomst van de woordenschat van Antwerpen, Brussel, Noord-Brabant en Vlaams-Brabant, Zwolle)
Joël De Ceulaer in De Morgen: “Het was grappig toen Steven Van Gucht ons voor de feesten aanraadde om de dampkap – in het Nederlands: afzuigkap – op te zetten.”
Dampkap is standaardtaal in België, waarom moet een columnist in een Vlaamse ‘kwaliteitskrant’ een viroloog een onnodige en ongepaste taalkundige sneer geven? Omdat Joël De Ceulaer zoals Mia Doornaert een fundamentalistische taalverbeteraar is die achterhoedegevechten levert tegen vermeende taalverloedering. De aanhangers van die school argumenteren dat zogezegd slordig taalgebruik of taalfouten de geloofwaardigheid van de auteur ondermijnt. Dan ga ik nu eens de rollen omkeren: De Ceulaer ondermijnt de geloofwaardigheid van zijn betoog over de corona door uit de bocht te gaan over een niet ter zake doende taalkwestie waarbij hij overigens ongelijk heeft: dampkap is standaardtaal!
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.