Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Wees welgekomen | Willekeurig | Top woorden | Recent
Dit is slechts 1 definitie voor "Vlaams (forum)." Bekijk alle definities.
Stille Vlamingen en luide Nederlanders
De standaard, 21 maart 1999
Auteur: Derk Jan Eppink:
Een half jaar nadat ik in 1995 de overstap had gemaakt van Nederland naar België, ging ik terug naar Den Haag. De eerste vraag die ik van vreemden kreeg: ,,Ben je nu een Nederlander of een Belg?‘’ Zelf was ik wat verbaasd over die vraag, maar ongemerkt waren mijn intonatie, accent en woordgebruik danig veranderd. Ook bekenden in Den Haag zeiden: ,,Je klinkt als een Belg, joh.’’
De oorzaak is dat ik makkelijk van accent verander omdat ik, geboren in het oosten van Nederland, ben opgegroeid met een Nederduits dialect. Op school spraken wij alleen in de klas ‘Hollands’. Daarbuiten dialect. Dat bleef later op de middelbare school ook zo.
Pas toen ik op 18-jarige leeftijd naar Amsterdam verhuisde om er te studeren, werd ik gedwongen om de hele dag ,,echt Nederlands’’ te spreken. Eerst nog met een accent, maar korte tijd later had ik ook de diepe keel-r van lekkerrrrr. En toen zei men aan het thuisfront: ,,Je praat nu al aardig zoals in het Westen.‘’ Ik bleef dus bevattelijk voor het overnemen van accenten, timbres en toonhoogtes. Toen ik politiek journalist werd in Den Haag, nam ik onvermijdelijk het ,,keurig Hollands’’ over; een Nederlands met een wat bekakte uitspraak.
Dat veranderde weer toen ik naar Vlaanderen verhuisde, waar snel de ‘Vlaamse inkleuring’ kwam. Ik nam ongemerkt het politieke jargon van de Wetstraat over met woorden zoals depanneren, chipoteren, accapareren. Daarnaast kwam dan de tongval die voor de Nederlanders ,,Belgisch’’ klonk, maar voor de meeste Vlamingen herkenbaar Nederlands was. Ik was daarmee in taalkundig opzicht een tussenfiguur, een wat vreemde kameleon. Ik noemde mij dan voor het gemak een ,,Nederbelg’’.
Het Nederlands wordt in Nederland en Vlaanderen op een andere manier gesproken. Maar eigenlijk is die scheidslijn vals. Want binnen Nederland spreekt men ook met een ander woordgebruik en een andere intonatie. Een Nederlander uit Wassenaar spreekt anders dan een persoon uit Limburg. In Vlaanderen heb je ook dergelijke verschillen. Een West-Vlaming is makkelijk van een Limburger te onderscheiden. Vergelijk judo-trainer en senator Jean-Marie Dedecker met minister Steve Stevaert.
Maar toch is er in het algemeen een scheidslijn tussen Nederland en Vlaanderen in taalgebruik. De tongval is erg verschillend. De Boven-Moerdijkse Nederlander heeft zijn harde g, en de Vlaming eerder een zachte. De Nederlander slikt de n in en zegt lope, maar de Vlaming spreekt die uit met lopen, of soms loop’n.
Er zijn ook andere woorden die voor verwarring zorgen. Een Vlaming zegt: Ik ga lopen. Hij bedoelt dan hard lopen, maar de Nederlander denkt dat hij gaat wandelen. Als je dan een afspraak maakt, heb je snel een misverstand. Omgekeerd ontstaan ook vaak verwarring. Zo zegt een Nederlander al makkelijk: Je moet hem niet zo koeioneren. Hij bedoelt dan: ,,Doe niet zo vervelend tegen hem’’. Maar in Vlaanderen klinkt dat woord veel harder en ongepaster. Het heeft een andere gevoelslading. Je hoort in Vlaanderen wel zeggen: De deur zit vast. De Nederlander denkt dan dat de deur klemt, maar de Vlaming bedoelt dat hij op slot zit. De Nederlander verschijnt bij de deur met een breekijzer en de Vlaming met de sleutel.
Er zijn ook woorden die men over en weer niet begrijpt. In het Nederlands zijn nogal wat woorden die uit het vroegere Nederlands-Indië komen, uit het Maleis. De Nederlanders spreken over een toko, soebatten, klewang of tempo doeloe. Alleen het woord bakkeleien van het Maleise ‘berkelahi’ (ruzie maken, twisten) heeft zijn weg gevonden in Vlaanderen.
Anderzijds halen Vlamingen ontzettend veel woorden uit het Frans. Vooral in de politiek is ‘gallicisme’ een ziekte. De woorden worden gewoon omgezet: rammaseren, recupereren, tricheren of klasseren. Constructies worden ook omgezet. Zo hoor je politici vaak zeggen: ,,We moeten ons inschrijven in het Europa van morgen’’. (inschrijven in = s’inscrire à). Het woordgebruik zit er vol mee. ‘Contacter’ wordt gebruikt als contacteren, terwijl het is: contact opnemen met. Veel Nederlanders klinkt van te ook raar in de oren. Vlamingen zeggen wel eens: ,,Ik ben bereid van te komen’’. Een Nederlander zou zeggen: Ik ben bereid om te komen’’. Voor Nederlanders klinkt van te krom.
Nederlanders hebben op hun beurt ook vreemde manieren ‘van zich/om zich’ uit te drukken. Ze gebruiken graag Engelse en Duitse woorden om geleerd te klinken. ,,Ik moet nu snel mijn mind opmaken en daarna zal ik de databank updaten.‘’ Men doet met zogenoemde turbotaal alsof men de vlotte jongen is. Het meest pijnigend vind ik de uitdrukking: ,,Dat komt niet im Frage.’’ Nederlanders denken dan dat ze in slimheid niet meer te kloppen zijn. Maar dat is wel zo want het is totaal fout. ‘Frage’ is vrouwelijk en ‘im’ Frage kan nooit. Het moet zijn: in Frage.
Het zijn niet alleen woorden en uitdrukkingen die anders zijn. Ook de toonhoogte en de lichaamstaal verschilt. Zo spreken Nederlanders, zeker zij die afkomstig zijn uit het Randstedelijk gebied, erg luid. Vlamingen zijn veel stiller. Nederlanders maken bijzonder veel lawaai als ze spreken. Dat viel me op toen ik na enige tijd weer eens in Den Haag terug kwam. Ze lachen hard, roepen ineens en generen zich niet voor hun omgeving. De Nederlander is wat meer expressief. De Vlaming is ingetogen, wil niet al te veel opvallen en houdt zich gedeisd.
Alleen als hij thuis is, in het café met de vrienden, loop de toon op. Hij voelt zich dan op het gemak en zegt wie er onnozel is in het dorp en roept eventueel dat de burgemeester een zeveraar is. Maar als de burgemeester toevallig binnenkomt, houdt hij zich weer gedeisd. De Vlaming is niet expressief, maar eerder inclusief. Hij past zich aan aan zijn omgeving.
Die verschillende houdingen zie je ook terug in de manier waarop een Nederlander of Vlaming zich uitdrukt. Er zijn veel Nederlanders die hun zin steevast beginnen met: ,,Ik vind dat…‘’. Vervolgens komt er een heel verhaal en doet de spreker alsof hij alle waarheid in pacht heeft. Het maakt deze Nederlander niet uit tegen wie hij dat zegt. Toen de Russische tsaar Peter de Grote in 1697 in Amsterdam kwam, wilde hij bij de burgemeester binnenstappen. Maar er was een schoonmaakster aan het dweilen. Ze liet de tsaar er niet door. Daarop zei Peter de Grote: ,,Maar mevrouw, ik ben de tsaar van alle Russen’‘. De schoonmaakster antwoordde: ,,Dat maakt mij niet uit. Eerst moet het dweilen klaar zijn’’. Nederlanders zijn in dat opzicht weinig veranderd.
Vlamingen zijn veel gezagsgetrouwer en zouden heel anders reageren. Zij beginnen hun zin zelden met: ,,Ik vind dat ..‘’. Ze zijn bang hun kaarten vrij te geven. De Vlaming zegt: ,,Er wordt gezegd dat…’’ of: ,,Het is geweten dat…’’. Wie er wat zegt, is niet duidelijk.
De Vlaming drukt zich opzettelijk zo uit omdat hij twee dingen wil verzoenen: in de eerste plaats wil hij duidelijk maken dat ‘hij’ het niet heeft gezegd en in de tweede plaats wil hij omfloerst wel laten blijken dat er ‘iets’ wordt gezegd. De vaagheid maakt de luisteraar nieuwsgieriger, waarop deze doorvraagt. Daarop geeft de Vlaming misschien informatie zonder zichzelf in de zaak te betrekken. Hij houdt de kerk in het midden en daarmee zijn opties vrij.
De Nederlander juist niet, hij vindt zichzelf de kerk en zegt zijn optie: ,,Ik vind’’. Nederlanders zijn dus directer in taalgebruik, Vlamingen diplomatieker. Maar onderling komt men niet zo op elkaar over. Vlamingen vinden Nederlanders ‘hard’ met hun opinies en Nederlanders vinden Vlamingen vaak ‘onduidelijke draaikonten’. Er is geen duidelijke ja en ook & geen duidelijk nee. Er is: misschien.
Dit betekent niet dat Nederlanders altijd duidelijk zijn. Vaak zijn ze onduidelijk en on-eigen in taalgebruik. Als je een Nederlander vraagt hoe het gaat, zegt hij: ,,Het gaat geweldig, uitstekend, waanzinnig goed’’. Hij overdrijft om te verbergen dat het misschien niet goed gaat. Hij verstopt zich dus in superlatieven. Wie een Vlaming vraagt hoe het gaat, krijgt als antwoord: ,,Ça va’’. Het gaat, niet slecht maar ook niet overdreven goed.
Alles gaat bij de Vlaming zijn gangetje en dat is goed genoeg. Er is geen enkele reden om te vluchten in overdreven, oneigen taalgebruik. Maar als een Nederlander antwoordt ,,Het gaat wel’’ wordt dat gezien als: ,,Het gaat slecht’’. Als een Nederlander mij vraagt hoe het gaat, heb ik geen zin in al dat overdreven, ongemeende taalgebruik maar ik wil ook niet de indruk geven dat het slecht gaat. Daarom zeg ik: ,,Eerste klasse’’.
De lichaamstaal verschilt. De Vlaming die blij is, praat honderduit in het café. Hij voelt zich op zijn gemak, in de biotoop en hij is extrovert. Dat kan veranderen als er mensen komen die hij niet kent. Hij houdt zich dan op de vlakte, want je weet nooit wie dat is. Als hij droevig is, verstopt hij zich het liefst in stilte, zwijgt en wacht op betere tijden. Hij kruipt in de schulp. Een Vlaming heeft iets van een kameleon: hij verandert van buiten maar niet van binnen.
De Nederlander reageert omgekeerd. Als het slecht gaat, verbergt hij zich in extra kabaal, superlatieven en wordt extroverter. Hij doet alsof, hij doet gemaakt. Hij wil met opzet laten blijken dat ‘het goed gaat’ terwijl het juist niet goed gaat. Als het echt goed gaat, wordt hij rustiger, evenwichtiger. Hij voelt zich niet meer gedwongen te laten blijken dat het goed gaat, want het gaat zichtbaar goed. Hij wordt normaler in het land van doen alsof en kan zijn toonhoogte weer op normale sterkte zetten.
(De auteur is Nederlander. Tot eind vorig jaar was hij redacteur bij De Standaard, nu is hij kabinetsmedewerker van Europees commissaris Frits Bolkestein.)
x
Dad ambetant Schoo Vlaams, da stom Abeejen
Geert Van Istendael, proza- schrijver, dichter, essayist, publicist, vertaler en bedenker van het begrip ‘Verkavelingsvlaams’, mengt zich in het debat over tussentaal. Hardop lezen is aan te bevelen, gaf de auteur als suggestie mee. .
Seg, gijle daar aan dunief, waar zijde gijle med u gedachte? Gijle preekt wel emancipatie, maar in feite breekte d’emancipatieEindelijk, eindelijk moge we ne keer iet anders spreken az dad ambetant Schoo Vlaams. Da stom Abeejen. Ze zeggen et nu wook al aan dunief, in d’afdeling taalkunde, en asse taar nie wete, waar dan wel?
Seg, gijle daar aan dunief, waar zijde gijle med u gedachte? Ge wilde gij een standaardtaal introduceren die voor minder uitsluiting zorgt. En ge geeft as foorbeeld Martine Tanghe op den tv. Martine spreekt een Vlaamse variant van de standaardtaal schrijvde gijle. Ge vergeet efkes dat ons Martine van Dollanders prijze krijgt omda se zo schoon Algemeen Nederlands spreekt. Vlaams? Me wie oude gijle feitelijk de zot? Wilde nu echt da wij een ander taal gaan spreken az Dollanders? Moete wij Komrij of Mulisch in vertaling gaan leze? Eeft kanunnik David onz daarvoor vanonder de kerktore weg chetrokke? A ja, zegde, er moet minder uitsluiting zijn.
Denkte nu echt dache de mense gaad insluite, allee, kwil zeggen emancipere, door zallemaal Verkavelingsflaams te late spreke? Daar ebde wel wa meer voor vandoen, ik kan ed u verzekere. Werk, om maar iets te noeme. En wa minder racizmen op darbeidsmarkt, da sou ook al wa kunnen elpe.
Ten tweede, vinde gijle de kindere die tuis gee Schoo Vlaams spreken of die tuis Berbers spreken of Turks of zowiet soms nie choe chenoeg om (voor? Kweet et nie so goe) Algemeen Nederlands te lere? Of nie slim genoeg? A ja, ge zegt: Vandaag is de norm zo streng dat haast niemand eraan kan voldoen. Gebt gij de schoolgaande jeugd laag op. Ik eb daar e beter gedacht van, van die jonges en maskes (meiskes? Kweet et nie so goe). Ik denk dasse wél slim genoeg zijn en dasse wél goe Nederlands kunne lere, asse de kans krijge. Dasset nie altijd en nie overal zulle gebruike, da spreekt nogal vanzelf. Daarbij, ik ebbekik nooit nie chezegd of cheschreve dad iedereen in alle situaties standaardtaal zal spreken. Ge denkt toch nie da kik op mijne kop gevalle ben (zijn? Kweet et nie so goe). Ik spreek self veel te geire Brussels.
Ten derde, straffer, ik finne kik dattie jongere recht ebben op goe Nederlands. Gijle preekt wel emancipatie, maar in feite breekte d’emancipatie. Gij ontsegt et recht op goe Nederlands aan iedereen die tuis nie te standaardtaal spreekt. Want ge moet er nie aan twijfele, de kindere van d’ogere klasse, van de mense mette senten en de diploms, de kindere van d’elite, díé un ouders, die zullen er wel voor zorge dasse perfect Nederlands lere, as tmoet sture ze ze naar Olland. En die zulle z’ook Frans leren as tschool da ferwaarloost. En ander tale. Maar waar gaan al die ander kindere goe Nederlands lere, de kindere die da tuis nooit nie ore? Alleen in tschool. Tschool moe zjust véél eise van de leerlinge, tschool moet et besten uit te leerlingen ale, tschool moet un talenten ontwikkele, watta tie talenten ook sijn.
Kende gijle nog da schoo woord van vroeger: Volksverheffing? Douw socialisten en de kajotters en douw KWBeejers en de madamme van de KAV, en de liberale van tWillemsfonds, die ware daar nie fies fan in den tijd, want tie wiste datta vandoen was, volksverheffing. Die wiste: d’elite, die eeft geld en opleiding om te wete wattad et besten is op alle gebied. Die ouw volksverheffers, da waren idealisten en die ware nie rancuneus. Ge moet nie sjaloes zijn op de bourgeoisie, zegde ze, ge moe seggen en blijve zegge: ook wij ebbe recht op et beste van cultuur en taal. Alleman eeft taar recht op.
En da cheldt den dag fan vandaag nog meer as froeger. Maar da schijnde gij nie te verstaan. Gijle zegt, nee, mannekes, goe Nederlands, da’s t’oog gegrepe voor u. Gijle zijt precies paternaliste van de negentiend’eeuw.
Ten vierde. Gijle verstadet ferschil nie tusse norm en realiteit. Watta chijle wilt toen, dad is de norm afschaffe. Goei leerkrachte wete datter e verschil is tusse de norm die das aanlere en de realiteit. Maar gijle, gijle zijd as flikke die zegge, schaft te snelheidsbeperking af, de mense rijde toch allemaal te rap.
Ik kan zo nog ure doorgaan. Vooruit, nog ene. Gijle zegt: ik noem Jan, daar is nikse mis mee. En azze kik da slecht turf te vinde, dan iz dad emotioneel. Niksken emotioneel. Gij ebt tus nog ni tferstand om tferschil te make tussen ne naam geve (noemen) en ne naam ebbe (heten). Geeft tan maar mij schoomoeder zaliger. Die sprak Nederlands chelijk ast moet. Die zei: Oo ute gaa, menneke?
OPINIE ? 30/08/12 De Morgen
Is ook uitvoerig besproken op
http://www.vlaamsetaal.be/bericht/2252/beschaafde-uitspraak-volgens-van-istendael
Standaardtaal vs Hollandse kak
Standaardtaal is iets anders dan Hollandse kak.
(de Morgen, vandaag)
Wat mij betreft, spreekt iedereen thuis Hottentots. Als dat lekkerder is bij het vrijen: olé! Al betwijfel ik de hormonale juistheid van dat gevoel. Wat ook weer niet wil zeggen dat je bij het klaarkomen met een hete aardappel in de mond moet zuchten, zoals Nederlandse liberalen op televisie kakelen.
De academische strijd over tussentaal is koketterie dubbelop. Al helemaal als politici zich gaan verantwoorden voor hun gebrabbel. Natuurlijk is met dialect niets mis, maar je spreekt het niet in de publieke ruimte, niet in officiële functies.
Zoals je ook niet vloekt in de kerk.
De bewering van de politicus dat het gebruik van dialect de kloof met de bevolking verkleint, getuigt van minachting voor het volk.
Koeterwaalsplebs als stemvee?
Standaardtaal is iets anders dan Hollandse kak. Nederlands met hier en daar een Vlaamse ronding is best prettig. Maar ik erger me dood aan krom Nederlands. Vooral uit de mond van onze zogenaamde leiders.
Hoed u trouwens voor politici die ineens overschakelen op dialect. Denk niet dat ze dan dichter bij u staan – ze suggereren alleen maar een familiaire ambiance uit eigenbelang.
Taal is het eerste visitekaartje in sociale verhoudingen. Laat dat dan in goed Nederlands zijn. Want: ook taalvervuiling is een sociale handicap.
Hugo Camps
Tussentaal
De Morgen
Tussentaal of ‘Verkavelingsvlaams’ wordt in Vlaanderen vaak ten onrechte in een kwaad daglicht gesteld. Dat zeggen Kevin Absillis, Jürgen Jaspers en Sarah Van Hoof, drie academici die verbonden zijn aan de Universiteit Antwerpen. .
De drie verwijzen onder meer naar onderzoek waaruit blijkt dat leraren zich voor de klas zeer vaak van tussentaal bedienen. Een probleem hoeft dat volgens de academici niet te zijn, integendeel zelfs. Volgens Absillis en co. blijkt het vaak een bijzonder efficiënt instrument om leerlingen iets aan te leren.
De hoop dat elke Vlaming zich op een dag van het Standaardnederlands zal bedienen, kunnen we maar beter opbergen, aldus de drie taalkundigen. “Het ogenblik dat iedereen in Vlaanderen Standaardnederlands spreekt, zal er nooit komen. Denken dat zoiets kan lukken is een utopie, die bovendien allerlei vormen van uitsluiting in de hand werkt.”
Om dezelfde reden trekt het trio ook van leer tegen onderwijsminister Pascal Smet (sp.a), die vorig jaar nog stelde dat wie geen Standaardnederlands beheerst, zich “buiten Vlaanderen” plaatst. “Door de lat zo hoog te leggen, werk je allerlei vormen van uitsluiting en ongelijkheid in de hand”, zo luidt de kritiek. " Dat gebeurt in het onderwijs, maar je kunt het ook doortrekken naar de nieuwsdienst van de VRT. Zo kun je de vraag stellen of strenge uitspraakvereisten wel zinvol zijn als blijkt dat 99 procent van de sollicitanten faalt op de test en sprekers met een anderstalige achtergrond al helemaal."
Dat van Camps is toch van een jaar geleden? (1/9/12)
Maar het blijft om te lachen. Camps die zijn eigen druk maakt om kromme Nederlandse taal. Of om politici die hun eigen wat volks uitdrukken – hij spreekt over dialect, ik ken gene ene nationale politicus die echt dialect spreekt, hoogstens wat Vlaams, tussentaal, Verkavelingsvlaams, noem het voor de rest zoals ge wilt. Tiens, die politici (zowat allemaal want Martens is ondertussen gestorven) hebben minachting voor het volk?
En een columnist die schrijvend voor een Vlaamse pers en een Vlaams publiek systematisch standaard Noord-Nederlandse varianten verkiest boven de standaard Belgisch-Nederlandse? Dat is pas minachting? En dan moet hij zijn mond nog niet opendoen, want dat is helemaal Noord-Nederlands.
In een ding heeft hij misschien gelijk: ‘Taal is het eerste visitekaartje in sociale verhoudingen.’ In zijn geval is het heel veel betekenend.
Zoek eens op Youtube naar oude fragmenten van Rachel Frederix, en hoe zij simpelweg Hollands meende te moeten spreken. Er is sedertdien in de Vlaamse media toch wel behoorlijk wat veranderd, mij dunkt.
Daar hebt ge 1OO% gelijk in, Rodomon. Er is, gelukkig !, veel veranderd. Denk ook maar aan de Mike Verdrenghs en de Jo met de Banjo’s die in de jaren zeventig dachten dat ze op een Hollandse piratenzender zaten. Of heel de kleinkunstwereld die op Amsterdam gericht was. De enige sector die tegenwoordig een beetje aan dat euvel lijdt is de voetbalcommentaar. En dat na een Rik De Saedeleer!
Maar Camps is buiten categorie. En die cultiveert dat ook. En dan maar afgeven op mensen die een beetje Vlaams spreken… Pffft.
Leenwoorden in de Vlaamse taal
Heel het Vlaams, al van voor Christus, is een aaneengebreid taallappendeken van het Frans, Engels, Latijn, Germaans, Keltisch, Scandinavisch,…
Elke bezetter heeft, door de eeuwen heen, zo zijn geliefde woordjes bij ons Vlamingen achtergelaten. Waarom we het overnamen en er een eigen ‘Vlaamse’ draai aan hebben gegeven?
Omdat het mooi klonk?
Omdat er geen ander woord voor bestond?
Of omdat het toen handig, universele vaktaal en/of mode was?
Dat is waarom onze taal zo boeiend is en blijft leven en evolueren. Dat maakt dat wij een krak zijn in het verstaan en spreken van zoveel andere vreemde talen.
Spijtig natuurlijk van de oudere Vlaamse woorden die verloren gaan in de strijd. Trouwens wij spreken nu ook geen ‘Middeleeuws’ meer want elk nieuw woord past in de tijdsgeest; zoals bvb. het Vlaamse ‘stoeproken’. Het is nu wel opgenomen door VD maar binnen een 30-tal jaren wordt dat woord waarschijnlijk ook als ‘verouderd’ beschouwd. Omdat men dan niet meer rookt, of dat men terug binnen mag roken, of… Wie weet wat.
Ik vind dat er niets mis mee is om leenwoorden of een ontleende woorden te gebruiken. Onze taal leeft!
Irritanter is, zoals de laatste nieuwe taalmode blijkt te betamen, dat men een Vlaamse zin begint en, te pas en te onpas, in het Engels verder gaat. Mooie voorbeelden kan men bemerken in de soapserie ‘Familie’. Ook een Vlaams minister waagt zich wel eens aan die uitlatingen.
Engelse leenwoorden
Gelijk, Fansy.
http://www.demorgen.be/opinie/uw-toep-verdient-geen-juichklap-stichting-nederlands-a2489551/
Over ons Mia:
http://www.demorgen.be/opinie/algemeen-nederlands-in-vlaamse-tv-feuilletons-laat-toch-zitten-b474f9e4/
Toch aardig: Nadat ze decennialang geprobeerd hebben dialecten en het Vlaams uit te roeien wordt er nu alles aan gedaan om de kinderen met het dialect ‘kennis te laten maken’. Bijna voor de folklore.
https://www.vrt.be/vrtnws/nl/2020/10/22/wereldberoemd-kinderboek-de-gruffalo-vertaald-in-dialect-door/
https://taalfluisteraar.be/2016/12/01/bestaat-het-vlaams/
Taalmiet heft op Nerdland volgende oproep geplaatst:
“Mensen die het vlaamswoordenboek genegen zijn: willen jullie deze petitie tekenen en verspreiden? https://secure.avaaz.org/community_petitions/nl/disney_netflix_minister_van_media_benjamin_dalle_h_behoud_van_de_belgische_spreektaal_in_kindertelevisie/
Het gaat erover dat op de streamingsdiensten Disney+ en Netflix geen Belgisch-Nederlandse versies staan van animatiefilms en -reeksen. De oude die met zekerheid bestaan, zitten niet in het aanbod, en ik weet uit de sector dat die twee giganten al hun nieuwe dubbingwerk in Nederland laten uitvoeren, met alleen maar Nederlandse stemacteurs. Disney beweert dat het een technisch probleem is en belooft al bijna een jaar om het op te lossen, maar er gebeurt niets. Bij Netflix is er zelfs geen technisch probleem, die trekken gewoon alleen naar Nederland.
Voor alle duidelijkheid: dit gaat niet over dubben in de plaats van ondertitelen, het gaat over reeksen en films voor kleine kinderen die vroeger ook al werden ingesproken. Sinds Toy Story bestaan er van de meeste grote producties twee versies naast elkaar (en krijgen de Vlaamse versies van alle kanten veel lof), maar de laatste jaren is dat steeds minder het geval. We zijn al de hele tijd achter de schermen aan allerlei politieke en minder politieke mouwen aan het trekken, maar dat gaat traag en ze vragen altijd weer of de ouders zelf dat nu zo belangrijk vinden. Deze petitie is een initiatief van een mama die zich hier echt zorgen over maakt.”
In De Morgen een overzicht van de eaangepaste grammatica in SN. Een uittreksel:
‘Groter als’
Voortaan mag je bijvoorbeeld zeggen dat ‘Jan groter is als Marc’, terwijl dat vroeger altijd ‘groter dan’ moest zijn.
‘Hij heeft nooit geen geld’ Een zin als ‘Hij heeft nooit geen geld’ werd bijvoorbeeld vroeger als fout beschouwd, omdat je met ‘nooit’ en ‘geen’ een dubbele negatie kreeg. Voortaan zijn in spreektaal dus zowel ‘Hij heeft nooit geld’ als ‘Hij heeft nooit geen geld’ correct volgens de ANS.
‘Een hele grote neus’
De ANS heeft ook het bijwoord herbekeken. Zo kan je nu ook zeggen dat iemand een ‘hele grote neus’ heeft in plaats van een ‘heel grote neus’. (…).” Voortaan mag je sommige bijwoorden dus wel verbuigen, maar dat geldt niet voor alle bijwoorden. ‘Een erge leuke man’ in plaats van ‘een erg leuke man’ blijft nog altijd fout.
‘Ik heb hen een boek gegeven’
Ook het onderscheid tussen ‘hen’ en ‘hun’ vervaagt in de nieuwe versie van de ANS. Vroeger was enkel een zin als ‘Ik heb hun een boek gegeven’ correct, maar voortaan mag je ook ‘Ik heb hen een boek gegeven’ zeggen.
Een verbetering, maar het zijn eigenlijk alleen maar dingen die ze ook of vooral in NL zeggen. Regels 1, 2 en 4 zijn ooit volledig verzonnen en hielden dus in NL noch in VL steek, dus is het normaal dat ze afgeschaft worden (maar toch ook alleen maar in de ‘spreektaal’). Regel 3 gaat om een echte verandering in de taal, maar het is een verandering die eigenlijk vooral in NL gebeurt. In VL kan dat met heel/geheel gebeuren, maar in NL doen ze dat met eender wat.
Ik moet wel zeggen, die vernieuwde versie van de ANS is véél overzichtelijker dan de kolossale doolhof van de vorige. Ge moet niet meer honderd keren doorklikken en terugklikken als ge naar het volgend hoofdstuk wilt gaan, en er is nu ook een zoekfunctie.
Nieuw: https://e-ans.ivdnt.org/
Oud: http://ans.ruhosting.nl/e-ans/index.html
Is er iemand van Lierde in de zaal?
https://www.vrt.be/vrtnws/nl/2021/04/23/een-kakkelatje-zal-niet-zo-vaak-een-concarde-krijgen-in-lier/
Wie weet gaat ‘enigste’ ook nog eens mogen mogen.
https://www.vrt.be/vrtnws/nl/2021/05/12/grammaticaregels/
Dat voorbeeld van dat kostuum en die zwembroek op een begrafenis is er ver over. Als ge dat voorbeeld trouwens consequent toepast, dan geldt ook het omgekeerde: in kostuum aan een zwembad is not done. M.a.w. als een Wim De Vilder zijn afgestofte, formele taal zou gebruiken op een (heropend) caféterras, zou dat ongepast zijn? Dan vrees ik dat Wim De Vilder nergens meer kan komen want hij spreekt, heb ik ergens in een interview gelezen, altijd zijn taal.
“Tienduizenden Palestijnen hebben hun huizen in Gaza ontvlucht” (demorgen.be)
Eindelijk nog eens schoon Vlaams in De Morgen;)
Dierenrechtenorganisatie GAIA en auteur Herman Brusselmans pleiten er in een nieuwe campagne voor om het woord ‘kiplekker’ uit het woordenboek te halen, of de betekenis aan te passen.(…) Volgens Van Dale betekent zich kiplekker voelen ‘zich lichamelijk bijzonder goed voelen’, maar volgens GAIA en de auteur klopt dat niet. Daarom moet het woord voor hen ofwel uit Van Dale, ofwel moet de betekenis ervan worden aangepast.
“Kiplekker: zich zo lekker voelen als een kreupele, miserabele en volgepakte vleeskip met doorgezakte kromme poten en een slecht hart, met nog enkele pluimresten aan het opgeblazen misvormde lijf”, stelt Brusselmans voor in een radiospotje. (demorgen.be)
Normaal kunt ge taal en betekenissen moeilijk forceren, maar als het goed gebracht is kan het wel aanslagen. Zeker als het humoristisch kan zijn. Kiplekker antwoordt de student met een kater in de morgend op de vraag hoe hij zich voelt ;)
Op Nerdland stond een link naar een interessant joetoepfilmpke. Als ge de ‘moed’ é, ‘mutte’ da mor is bekijke. (lange intro):
https://www.youtube.com/watch?v=OdVNn0-EbSg
Eerst proberen ze het decennialang uit te roeien en als het onherstelbaar kapot is moet het gered worden:
https://www.vrt.be/vrtnws/nl/2021/09/01/dialecten/
Ik heb het al honderd keren gezegd, maar van al die taalkundigen die hypercorrect en hollandofiel ‘praten’ krijg ik grijs haar. Ge praat geen taal, ge spreekt ze!
En dan te bepeizen dat De Caluwe zelfs nog een van ‘de goeie’ is, zo erg is het gesteld.
Dialect is populair.
https://www.vrt.be/vrtnws/nl/2021/09/02/k-zeen-a-geire-klinkt-meer-gemeend-dan-ik-hou-van-jou-er-is-w/
Maar het wordt naar mijn goesting iets te folkloristisch gebracht en gekaderd. Waar de sprekers zeker een punt hebben is dat als het over emoties gaat, de moedertaal (m/v/x-taal in deze moderne tijden), de beste is om u uit te drukken.
4 conclusies uit de Grote Dialecttest in De Morgen:
1. West-Vlaanderen boven (
dat wisten we
2. Vrouwen zijn minder fan (… van dialect)
Tiens, dat wist ik niet.
3.Minder dialect
dat wisten we ook en zeker ook de reden:
“(…) dialect wordt steeds minder gesproken. 93 procent van de bevraagden zegt dialect nog wel goed te begrijpen. Maar slechts 74 procent zegt het dialect van de gemeente waar hij of zij opgroeide goed te spreken. En slechts 55 procent zegt dat dialect ook vaak te spreken.
Hoe jonger, hoe minder deelnemers aangaven dialect te begrijpen en te spreken. En dat dialectverlies heeft verschillende oorzaken, zeggen de onderzoekers. Vooral in de jaren 1960 tot 1980 gingen scholen het ‘Schoon Vlaams’ propageren bij leerlingen uit alle sociale klassen en ijverden taalpuriteinen voor de invoering van een Standaardnederlands. Want dat was volgens hen de taal die je in het leven vooruit zou helpen. Het gevolg was dat heel wat Vlamingen dialect spontaan begonnen te associeren met een gebrek aan opleiding en beschaving. Ouders gingen hun kinderen dan ook meer en meer opvoeden in die standaardtaal.
4. Jongeren zijn niet afkerig
Dat is dan goed nieuws, alhoewel er ook gezegd wordt dat de jongeren veel minder dialect kennen.
Ik heb het al dikwijls gezegd: Decennialang proberen ze het te vermoorden en als het bijna dood is moet het gered worden wegens cultureel erfgoed.
Ik heb het al dikwijls gehad over de taalonderdanigheid en taalschizofrenie van de Vlaming. Hier wat wetenschappelijk onderzoek:
https://www.vrt.be/vrtnws/nl/2021/11/08/waarom-vlamingen-sneller-hollands-klinken-als-ze-met-nederlander/
Ik heb het stukske vanmiddag ook toevallig op de radio gehoord. Andere voorbeelden van Vlamingen die destijds in NL ineens N-NL gingen klappen: Marc Degryse (voetballer) en Bart Peeters.
Ingelogde gebruikers kunnen reacties aan deze definitie toevoegen.
Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.