Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Wees welgekomen | Willekeurig | Top woorden | Recent
Dit zijn de top Vlaamse termen volgens het aantal positieve stemmen.
dommerik, ook sufferd, goedzak maar eerder simpel van geest
verwant met trunten, trunte
regio: scheldeland, groene gordel
Zo nen troeten, zijn vrouw bedriegt hem waar hij bij staat.
Meest geprefereerde kind van iemand (ouders, leraar,…)
zie ook: kakkelatje, flebbeke, fleppeke, bebbeke, fiske, keppesleppe
Jantje is het keppekindje van zijn mama, zo’n lief baaske!
snuiten
< Middelnederlands snuten
Snut uw neus eens, de snottebellen lopen er zo uit.
groet, dag, zowel bij ontmoeting als bij afscheid
Yo, de mannen! Alles OK?
Salukes he, yo!
viezigheid
Van Dale 2013 online: Belgisch-Nederlands, informeel
Na het feestje lag heel onze living vol vetzakkerij.
demorgen.be: Vetzakkerij bekeken? Deze Belgische hacker weet het (titel)
Website van Brusselse multimediastudent vertelt heel gericht hoeveel pornosites u bezocht hebt.
om de haverklap
→ voet, alle vijf ~, hondsgezeik, alle ~
Ik word om de vijf voet lastig gevallen door (voyageurs) vertegenwoordigers die me vanalles willen verkopen dat ik toch niet wil hebben.
krant, dagblad
< Van Dale
(1824) < Frans gazette <Italiaans gazzetta (een munt, de prijs van een krantje)·
(Belgisch-Nederlands, spreektaal) krant
DS2015 geen standaardtaal
vgl. gazettenman, gazettenronde, gazettenwinkel
Tijdens mijn ontbijt lees ik de gazet.
> andere betekenis van gazet
gemeen, brutaal;
vormvariant van rappig
Van Dale: rappig
(gewestelijk) gemeen
vormvariant: reppig
reppig volk
synoniem: gepeupel
Woordenboek der Nederlandsche Taal: rappig: Schunnig, kapot. Gewestelijk nog in gebruik.
- Rappich. Rongneux, galleux… Plantijn (1573).
- Rappige hoed, Schuermans, Bijvoegsel (1883).
Blijft kalm, ge moet zo reppig niet doen tegen uw ouders!
een vrouw die niet erg snugger is, een trut, een seut
Van Dale 2015 online: Belgisch-Nederlands
Van Dale 2016 online: niet algemeen
ook treesebees of trees
zie achtervoegsel bees
Het is een echte trezebees.
Ziet die treesebees daar staan!
inhaalverlof (zie reactie)
Van Dale 2016 online:
re·cup
/rekyp/
< Frans récup verkorting van récupération (het inhalen)
BE inhaalrust
Morgen gaat hij niet werken, hij is in recuup.
Ik pak nu liever recup (een recupdag), mijn verlof(dagen) spaar ik op voor later.
Op een boorplatform werken ze 3 weken aan een stuk en dan 3 weken recup.
flirten, vrijen
zie fikfakken
Ze stond daar achter de haag met iemand te flikflooien.
Aalst carnaval:
De meisjes worden nu eenmaal gewilliger als ze een heroïsche hoeveelheid appeljenever achter de kiezen hebben. En de jongens overwinnen hun drempelvrees ook pas na een halve liter vodka. Een mooie traditie van zompig flikflooien dreigt nu roemloos ten onder te gaan. (raaskalderij.be)
dekvloer, ondervloer: de cementlaag waarop de vloerbedekking (tegels, laminaat, parket, …) uiteindelijk komt.
ook: chappe, zie voorbeelden
Van Dale 2016 online: BE
NL-SN: ondervloer, slijtlaag
ww. chappen: chape leggen
zn. chapper: persoon die de chape legt
uitspraak: sjap; West-Vlaanderen: sjappe
< Frans: la chape
“Ligt een betonneke in en dat gaat (dit jaar normaal nog :p) voorzien worden van ne chape met daar direct de tegels op.” (bouwinfo.be)
“Ik denk dat je in Vlaanderen aan 90% van de bevolking vraagt wat “ne chape” is dat die weten wat je daarmee bedoelt. Mvg, Paul (veit.be)
“Ne chape moet uitdrogen, punt andere lijn. Ge hebt ook producten die het proces kunnen versnellen of hulpmiddelen. (9lives.be)
Ze hebben vandaag onze nieuwe chape in de living gelegd.
Architect Eric Houben beantwoordt deze vraag als volgt: “De minimale dikte voor een chappe is 6 cm.” (livios.be)plotseling verdwenen zijn, ribbedebie zijn, piepedada zijn, weggaan; sortie, van ~ gaan
vgl. pist, de ~ uit zijn
Toen de afwas moest gedaan worden, was hij de pist in.
Al twaalf uur? Ik ben de pist in.
Zich eens goed laten gaan. Een feestje bouwen, gaan pintelieren.
zie ook: blome, de ~ boete zètte
Ons mannen zijn de bloemekes aan het buiten zetten. Morgen hebben ze terug allemaal koppijn.
ook knuffelzone, knuffelstrook
SN: kiss & ride, afzetzone
Er is een zoenzone vlak voor de schoolpoort.
niks, noppes
in die zin van (vb.): Daar was niks, nougabollen te eten.
Wordt meestal in een drie- of vierdubbele ontkenning gebruikt.
standaardspelling: nougatbollen
zie ook niks, nada, nougatbollen; nougat
Jantje dacht dat hij van zijn suikertante een mooi bedrag ging erven, maar viel dat even tegen! Daar was niks, nada, nougabollen te erven!
wentelteefjes: in melk met ei geweekt oud brood, gebakken in de pan
zie ook: gewonnen brood, verloren kost, klakkaard, gebakken bokes
< Frans: pain perdu
Woordenboek der Nederlandsche Taal: Verloren brood, in melk en eieren geweekt en daarna gebakken overgeschoten, oudbakken brood; wentelteefjes.
Van Dale online: BE, spreektaal
Recept voor Verloren brood met Petrus Tripel: zie reactie hierbij!
lawaai
vnw:
•lawaai
•grote bek
Woordenboek der Nederlandsche Taal: lawaai: in Zuid-Nederland.
Van Dale:
laweit
1574, etymologie onbekend
archaïsch; niet algemeen lawaai
spellingvariant: lawijt
> andere betekenis van laweit
Ga maar vanachteren in den hof laweit maken.
Niet zoveel lawijt maken, ik heb koppijn.
“Het Huis van Alijn lanceert Huis van Lawijt, een museumbeleving voor blinden en slechtzienden.” (persruimte.stad.gent.be 8.3.2017)
Hij werd vooral bekend als ‘Bompa Lawijt’, een rol die hij in de jaren 90? vertolkte in de VTM-serie ‘Chez Bompa Lawijt’. (hln.be)
Afkomstig van de accusatief in het oude naamvallenstelsel, dat er zo uitzag voor het mannelijk onbepaald lidwoord:
1. nominatief: een / ‘n
2. genitief: eens / ‘ns
3. datief: enen / ‘nen
4. accusatief: enen / ‘nen
Voorbeelden in het oude naamvallenstelsel:
- nen sterken koning
- nen groten boom
- nen roden vis
Voordat het AN als standaardtaal werd geïmporteerd, pleitten sommige Vlaamse grammatici ervoor “nen” en “den” als mannelijke lidwoorden in te voeren in de orthografie ook in de nominatief – Zoals hierboven voorbeelden voor gegeven werden. De neiging om accusatieven te gebruiken in stede van nominatieven heet “accusativisme”.
Mettertijd werd er steeds meer geassimileerd en op den duur ontwikkelde zich het tegenwoordige, bij de eerste aanblik vrij chaotisch voorkomende, stelsel:
nen – voor alle klinkers, en een paar medeklinkers: d, t en h
nem – voor ‘b’, wordt door de meesten geschreven als ”nen” (behalve in Limburg waar geen n wordt uitgesproken voor de b)
ne – in alle andere gevallen, dwz voor: c f g j k l m n p q r s v w x y z sj zj …
Dezelfde flexie wordt gebruikt voor bijvoegelijke naamwoorden, voor den, voor bezittelijke voornaamwoorden, etc. Ook in die gevallen zijn de vormen af te leiden van oude accusatieven.
Sommigen gebruiken ( onder invloed van het AN) “een” ook bij mannelijke woorden.
→ merk op dat in het noordwesten van West-Vlaanderen (min of meer de Westhoek en de kust) alle zelfstandige naamwoorden, ongeacht het geslacht, het lidwoord ‘e’ krijgen, zie ook het lemma voor ‘e’ en de commentaren aldaar en alhier
zie ook: tussen-n in combinatie met man. znw.
Ik heb ne motocyclette gekocht van ne Chinees.
Ik heb nen oranje motocyclette gekocht van nen oranje Chinees.
Ik heb nen boom gekocht van ne Japanees.
Van dezelfde Japanner ook nen automobiel.
Ik heb nen otto gekocht van nen Hollander.
Dit is nem blauwen boom. Uitzondering: in Limburg hoor je in het lidwoord of attributief gebruikt adjectief geen -m voor een b; daar is het: ne boom, ne braune boom.
Voor de volledigheid
De archaïsche flexie van “een” voor vrouwelijke naamwoorden:
1. nominatief: ene / ’ne > een / ’n
2. genitief: ener / ’ner
3. datief: ener / ’ner
4. accusatief: ene / ’ne > een / ’n
Dankzij het feit dat het vrouwelijk lidwoord gereduceerd is tot “een”, onstaan geen problemen doordat men tegenwoordig “ne” zegt bij mannelijke woorden.
En – hetgeen hier bijna niets terzake doet – het onzijdige:
1. nominatief: een / ’n
2. genitief: eens / ’ns
3. datief: enen / ’nen
4. accusatief: een / ’n
inflatie
vnw: geldontwaarding
Van Dale 2016 online: BE
in Nederland: geldontwaarding
De muntontwaarding is buiten verwachting bijzonder hoog.
Uw koopkracht daalt. We noemen dat ook “muntontwaarding”. (axabank.be)
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.