Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Dees uitdrukkinge hoorde ik eergisteren voor het eerst, toevallig had ik het ook die morgend just hier op vlwdb gelezen en toen gebruikte een familielid het ’s avonds bij het eten… (uit Sint-Niklaas – maar mijn bomma, geboren te “Maerksoem”, nu wonende in “Deure”, begreep het niet)
Grytolle:
Wannes Van de Velde – De daensende begijn
a’ gij mij wild ten dingste zijn meh al au schoên muziek
Katastroof – Als alle boxe zouwe zwijge
en gin muziek ni miêr te krijge
Katastroof – Den boêm in
en ons muziek steld nikske veur
Wannes Van de Velde – ‘t Is de mense ni’ gegeve
meh’ z’n muziek te dirigere
Die veurbeldjes die kunnen allemaal evengoed onzijdig als vrouwelijk zijn aangezien schoên muziek (vr) en schoê muziek (onz) allebei alleen maar met m (duz zonder n) worden uitgesproken door assimilatie, idem voor alle andere voorbeeldjes die ook op -n eindigen behalve dus da een van halfzeve doenker waar et wel duidelijk onderscheidbare vervoeging is
Bon: vgl mijn vorige reactie in dees lemma. blijkbaar in Antwerpen gewoonlijk “prut in uw ogen”, en het nederlands is ‘slapertjes’ dus waarschijnlijk dat ik van mijn vader de AN-versie heb meegekregen als kind
EEN attak (niet NEN attak)
hoewel “nen attak” mij west-vlaams klinkt maar mijn westvlaams komt ook ni verder dan wa “voor de flauwe kul” dus da kan nep zijn
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.