Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
petrik:
NIET: stat (staart), hat (hart), poët (poort), stroët (straat), piëd (paard), kiës (kers), viës (vaars/vorst/vers), iërappel (aardappel), koemp (kom),
omdat dat gewoon uitspraakvarianten zijn van hetzelfde woord
WEL vaas (hiel), dier (stier), hoovroo (wervelwind), sjroêvelbêrg (glijbaan), zjoeggele (schudden), koekkevaajfoog (dommerik)
omdat dat niet alleen een andere uitspraak heeft maar ook een ander grondwoord is (bijv. dier uit germ. theur-, scandinavisch tjur ‘stier’, verwant met grieks tauros ‘stier’ etc. Niet van dezelfde oorsprong als dier ‘beest’! scandinavisch dyr/djur uit deuz-)
haas (handschoen) is een twijfelgeval vind ik, het is niet meer herkenbaar hoewel ik aanneem dat het wel een verkorting van handschoen is.
haas (handschoen),
Grytolle: in veul Limburgse dialecte zèn ‘zochtlange’ ee en oo ië en oeë gewörre, dus ‘t omgekiërde van in et Brabands en Vlòms. ’scherplange’ ee en oo zèn dorentège (klopt dees petrik?) miëstal ei en ou.
onzijdig: *e proper verket
vrouwelijk: *een proper verket
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.