Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Die benaming heeft zeer lang bestaan in Lommel en omstreken. Of mensen van Limburgse herkomst nog altijd “de Luiksen” genoemd worden weet ik niet. Het is wel de basis van zeer veel familienamen (Luyckx, Loix, Lowijckx…).
Ik denk dat dit inderdaad opgaat voor de Brabants dialecten, SN-tje wordt -eke in de meeste gevallen.
De uitzondering is misschien een kleine groep woorden die in het enkelvoud eindigen op -nt: pint, vent, cent, daarmee vormt men de verkleinwoorden pintje, ventje,centje, gewentje
Alhoewel ik in de Zuiderkempen en het Hageland wel eens een venke een pinke heb horen bestellen. Ik heb ook al eens gehoord “een cenke bijverdienen” maar mogelijk is dat ironisch geweest. Daarbij wordt de -t wel uitgestoten. Wind wordt “windje” of “windeke”, met een betekenisverschil: een windje laten, er waait een zacht windeke. Kind wordt kinneke met assimilatie van de -d, maar “kindje” wordt steeds meer gezegd omdat men “beschaafd” wil spreken als de kindjes erbij zijn… Er spelen dus allerlei factoren mee. “Patatteke” wordt ook gezegd in de Kempen, eveneens om een grappig effect te bereiken: “Kom mannekes, we gaan een petatteke steken!” maar men zegt ook: “We zijn nog niet aan de klein petatjes.”
Echt eenvoudig is het dus niet.
“Fooi” is zo ’n typisch AN woord dat algemeen overgenomen werd door de Vlamingen. Wij zouden zeggen: "De fakteur is daar met zijnen almanak, geeft hem een pintje en zijn drinkgeld. Allee, dat zouden we gezegd hebben, want die tijd is voor goed vergaan.
De zoon van vrienden van mij werd papa op zijn zeventien, sindsdien heet hij in de familie “onze Rappe”.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.