Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Heeft buchten ook iets van doen met bocht, een kromming in de weg? de afgelegde weg?
Is buchtige de onvoltooid verleden tijd van buchten, zoals sprak van spreken?
Is de uitgang -ige de reguliere uitgang van wachten : ik wachtige?
Om aan “verzaaid” zomaar sito presto “Gans Vlaanderen” toe te kennen, omdat Streuvels verzaaid “schrijft”, daar heb ik toch enig voorbehoud bij. West-Vlaanderen misschien, omdat het van Streuvels komt. En dan nog vraag ik me af of het “gezegd” wordt.
Niet bekend in Antwerpen. Elders?
niet afkomstig uit het Frans (niet door Napoleon meegebracht) De Franse term is “fermeture éclair”. Tirette Belgisch? Waals? Brussels? (neologisme van tirer – trekken?)
(Bordas) tirette n.f. 1 Petit cordon (koordje), petit lacet (veter)servant à tirer (ex.tirette d’un dossier, tirette d’un rideau). 2 Petite tablette à coulisse qu’on peut tirer occasionnellement en dehors d’un meuble pour le prolonger.
Met grippezeker wordt een meisje aangeduid. Ok. Maar wat betekent grippezeker? Samengesteld woord uit grippe en zeker. Onder zeker begrijp ik het Antwerpse ‘zeiker’ (pisser), wat is grippe?
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.