Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Hahaha, prachtig. Ik zag onlangs de ‘Galerij’ op ne gsm vertaald met ‘Galerie’, en ik dacht “Dat moet wel weer iets Hollands zijn”.
Trouwens, wat dat die gasten daar als ‘galerij’ beschrijven is volgens mij toch een gaanderij: “(lange) overdekte (wandel)gang met of zonder zuilen en bogen, die buiten langs of door een gebouw loopt”. Onnozelaars.
Ginter bestaat volgens mij ook algemeen als variant, ik heb het al mensen van alle windstreken horen zeggen.
Ik snap hier eerlijk gezegd wel waarom dat de Hollanders ‘laten we’ zijn beginnen zeggen, want “laat ons” kunt ge zonder zeer duidelijke context dubbel interpreteren als aansporing voor zichzelf en als bevel aan iemand anders. Ik vond bijvoorbeeld dat het Hollands Junioreurovisiesongfestivalteam van 2007 een liedje had “Laat ons zijn wie we zijn”, dat dus een bevel bleek aan de anderen om hen te laten zijn wie dat ze zijn, en geen afspraak tussen de kinderen om zich niet voor te doen als iemand die ze niet zijn.
Ik vind het bij nader inzien ook niet terug in de WVD (geen enkel dialectwoord voor bramen), misschien is het dus zelfs niet lokaal maar familiaal.
Ik heb wel iets anders gevonden in de WNT, een West-Vlaams werkwoord ‘ronsen’ met afgeleide ‘ronse’ dat zoveel zou betekend hebben als “haveloos of zedeloos vrouwmensch”. Ik kan er nu wel enige zeer verre gelijkenis in zien met de wargroei van bramen, maar het is waarschijnlijk gewoon puur toeval en de ronces waar ik het over heb zijn van Franse origine.
(http://gtb.inl.nl/iWDB/search?actie=article&wdb=WNT&id=M060955.re.1)
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.