Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
bendel
In ons dialect (Zuid-Limburg) inderdaad mannelijk: ne bèngel, al zegt men hier vooral “ne bendel”: nen hoëzebendel (kousenband), de rèèchten dérbendel/den aaterbendel/den onderbendel (de ware toedracht, de waarheid) – zie o.a. doorbendel, onderbendel, achterbendel …
Voor alle duidelijkheid: deze uitdrukking wordt tegenwoordig als SN beschouwd, maar heeft inderdaad via Vlaanderen het Nederlandse taalgebied veroverd (uit Frans “troisième âge”). Dit lees ik in de Taalkalender van Onze Taal op 31 maart 2011.
Ook in Limburg: “krosjtiëre”. Het hoofdwoord is in feite “crocheteren”.
Ben benieuwd te vernemen of deze regeling ook elders gangbaar was?
Een -n-uitgang voor een g (“den gene”) is ondenkbaar in Haspengouw, Grytolle. Het heeft wat van een Nederlander die het Vlaams probeert te imiteren – excusez le mot! Ik heb de lemma-ingang opnieuw aangepast aan de ingestelde regio. Als deze uitdrukking ook elders verspreiding kent: mij goed, maar dan graag met opgaaf van de regio.
Pak het mich nie koellek …
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.