Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Waarschijnlijk ook elders bekend, zeker in Limburg.
beschallemen
Ik merk nu dat Gargamelius al het woord beschallemen had ingevoerd.
Het lijkt wel Bargoens. In Zuidelijk Haspengouw, maar ongetwijfeld ook elders, zei men “besjollemen”:
> Daaj gieze moet nog besjolleme (die vrouw moet nog betalen) (Bargoens dus, niet algemeen)
Zou van het Jiddisch komen; vgl. beschommelen
7 glazen per week?
Volgens een rapport dat ik momenteel aan het vertalen ben, spreekt men van risicoarm alcoholgebruik bij een “gemiddeld dagelijks verbruik van 20 g pure alcohol (= halve liter bier of 25 cl wijn) voor vrouwen en 30 g voor mannen”, waarbij men minstens 2 dagen per week geen alcohol mag drinken om gewenning te voorkomen. (cijfers WHO)
Drie pinten per dag x 5 dagen, da’s 15 op een week.
Gijle moet hier dus niet komen beweren dat ik nen alkolieker ben, terwijl ik in feite heel ‘risicoarm’ drink!!
Ik bedoelde Latijn “gremulus” – sorry, is al zo lang geleden …
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.