Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Enkele kloddenvoorbeelden:
De klodden vlogen in ’t rond, hun kleren hingen er vol van.
Als plaatser van ramen moet ge ook eens de moeite doen om de klodden mortel weg te kappen die aan de spouwzijde van de buitengevel hangen.
In figuurlijke zin:
Ondertussen heb ik een firma aangesproken om de klodden van een ander te laten oplossen.
Ik ben geen computercrack maar toch moet ik steeds de klodden opkuisen.
kreel
In zuidelijk Limburg (ook in Oost-brabant, te oordelen naar sommige toponiemen) noemde men de baksteen vroeger “kareel” of “kreel” (cf. Kareelveld)
mv. ook “klodde” (zie voorbeeld onder sjikke)
Zeker geen algemeen, hooguit oostelijk Limburgs, lijkt me (al valt dat voor de uitgang “-aat” nog te bevestigen; sjp- klinkt alleszins Maaslands); meer zuidelijk zegt men “spinaozje”.
Gans Vlaanderen?
Als “nemen” (of “pakken”?) als werkwoord bij deze Vlaamse variant correct is, vrees ik dat “Gans Vlaanderen” wat breed uitvalt: kan het wat specifieker, kefco? In Limburg zegt men meestal “hebben” – wat dus SN is.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.