Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Vergelijk ouder (17de eeuws) Nederlands ‘leit’ dat zowel ‘legt’ als ‘ligt’ betekent, en ‘hij zee’, ouder Nederlands ‘hij zeit’ (hij zegt). Uit leet/leit en zeet/zeit is dan de /t/ weggevallen, gelijk bij hij ga uit gaat en gij zij uit gij zijt.
U misschien allen bekend het kerstlieke: Hoe leit dit kindeke hier in de kou.
Ook ras-Amsterdammers hoorde ik nog wel zeggen ‘zé se’ (zee se, = zegt ze)
zou het in het voorbeeld dan ook niet ‘stienduut’ zijn?
Volgens mij ook Westvlaams? Denk dat ne Brugse maat van mij dat ook zeit.
Hmm occasioneel hoor ik ook wel vrouwelijk “half” ipv “halve” in de omgeving.
In ieder geval is er ook nog halfmaan (neffest ‘halvemaan’ die alle2 kunnen).
bijvoorbeeld
gebuur > buur
gebuurte > buurt
geraden > raden (alleen in de betekenis ‘deviner’; in de betekenis ‘conseiller’ altijd al “raden” geweest)
geraadsel > raadsel
gelukken > lukken
gelijken > lijken
(gebeuren > beuren; in Hollandse dialecten; maar niet tot in het ABN doorgedrongen)
geraken > raken
gemakkelijk > makkelijk
Ook in voltooide deelwoorden is de ge- in veel dialecten afwezig, bijv. NoordHollands ‘hij is kommen’ ipv gekomen.
Misschien hangt dit samen met oude Friese invloed in Holland, en vergelijk daarvoor ook de wegval in het Engels in VD.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.