Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Fransdol heeft niks met Frankrijk te maken, maar wel met de eeuwige ruzie tussen de twee taalgroepen in het land waar “L’Union fait la force”.
Ik neem aan dat niemand het woord “moedertaal” nog in de mond heeft wanneer hij het heeft over het vak Nederlands, al was het alleen maar dat er zoveel anderstaligen in de klassen zitten. Tijdens mijn schooltijd – jaren vijftig en zestig – heette het nog wel zo. Ons werd altijd voorgehouden dat de Nederlanders allemaal van huize uit “ABN” spraken en dat zoiets achterlijk als dialecten in andere talen niet bestond. Onze leraar aardrijkskunde verkondigde in 1966 dat in de USA absoluut geen dialecten waren. Ik neem aan dat ook in Nederland het vak Nederlands “moedertaal” heette, maar dat dit gebruik waarschijnlijk minder absurd was.Omwille van de connotaties die eraan verbonden zijn dacht ik dat dit wel eens een Vlaams woord zou kunnen zijn, een voorloper van de politieke correctheid van vandaag.
plus ça change, plus c’est la même chose
Ik heb altijd de uitspraak /gruntemboer/ gehoord, met wat men noemt regressieve assimilatie, de -n wordt -m onder invloed van de bilabiale -b. Dit is een standaardfenomeen in het Brabants-Antwerps. Mijn vader kweekte /gruntes/ in zijn hof. Nog niet zo heel lang geleden waren de groentenboeren gespecialiseerde landbouwers die hun produkten aan de deur verkochten. Hetzelfde geldt voor melkboeren; in de dorpen rond de grote steden hadden zij melkboerderijen, het voer voor hun beesten betrokken zij meestal uit de dorpen verderop. De opkomst van groenteveilingen en industriële melkerijen heeft aan deze levensstijl een einde gemaakt.
graag gedaan
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.