Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Dat van die Amsterdammers verwondert me niets.“Na de Val van Antwerpen (1585) verplaatsen de migratiestromen zich naar de Noordelijke Nederlanden. In geen tijd trekken 42 000 Antwerpenaren – de helft van de toenmalige Antwerpse bevolking – weg uit de stad.Midden 17e eeuw blijken steden als Gouda, Dordrecht en Rotterdam voor maar liefst 40% bevolkt door Vlaamse emigranten van de eerste of tweede generatie. De stad die de grootste aantrekkingskracht uitoefent op de Antwerpenaren, is Amsterdam.” (http://www.ikgavreemd.org/) Dat er veel typisch taalgebruik meeging van zuid naar noord is niet verwonderlijk.
Dat van die “heeroom” is eigenaardig, omdat in de Kempen alleen maar “nonkel” gebruikt werd om broers en zusters van de ouders aan te duiden. Misschien gebruikt men het “beschaafde” oom om respect te betuigen. “Nonkel pater” werd trouwens ook gezegd.
nu beter?
En zo blijven onze frustraties uit de kindertijd ons achtervolgen… “de was” is gewoon “de groei”, bij ons zei men allebei “op de was” of “op de groei” gemaakte klederen. Was is wel wat “ouder” taalgebruik geworden.
Ook gehoord: “Daarop kunt ge met uw bloot gaat naar Brussel en terug rijden.”
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.