Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Zèdde wèl zeiker? (=zeker)
In’t stad spreken ze van ’nen tèmber, niet met een p, maar met een b. Als ’t met een b is, wilde ’t dan veranderen? Van boven en in ’t voorbeeld.
klemtoon ?
Ik ben al een paar keer blijven stilstaan bij het gestéken brood. En daarna de bedenking gemaakt dat het om gerst gaat.
Ook hier zou een accent grave voor meer duidelijkheid zorgen.
De doffe e van het voorvoegsel ge- is perfect denkbaar. Waarom geen “gèsteken” schrijven? Naast régent en regènt.
Is de eind-n een tussenklank of een uitgang die wijst op het zelfstandig gebruik van het woord? Is brood dan niet overbodig? Een gèsteken staat dan voor een klein gèstebrood.
Hufmaster, zijt ge daar nog?
twee pollen
Ge moogt uw twee pollen kussen, want ge zijt met uw gat in de boter gevallen.
(Zuidn.)
een kruis(je) over iets maken (p.1277) Van Dale – Groot Woordenboek der Nederlandse Taal door Dr. C Kruyskamp Deel I
A – N – Martinus Nijhoff / ’s Gravenhage 1976
Antwerpenaars maken toch niet van alles kak, pis en strongt.
Scheiden is voor mijn paart /schie.e/
Dat ze daar schaaite van maken, lijkt me onwaarschijnlijk, niet onmogelijk.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.