Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
De stoelendans der klinkers
Ik vraag mij af of het nuttig is de afwijkende uitspraak van eenzelfde woord op te nemen als nieuw lemma in een Vlaams woordenboek, dat verschillen tussen Vlaams en Nederlands verzamelt. Als zon ‘zunne’ geworden is of waarschijnlijk omgekeerd zunne ‘zon’ geworden is en bloem ‘blom’ en ‘blomme’, dan hebben we het nog altijd over dezelfde stam of hetzelfde woord. De etymologie situeert bloem in 1201-1225,
het oud-nl. sunna in 901-1000 met de nodige klankverschuivingen.
Daarbij komt dat in de verschillende dialectfamilies klinkers in de loop van de tijd verwisseld zijn. groot > groeët > gruut > great > gross, enz. …
In mijnen tijd was in Deurne ne pakkeman een agent van de gemeentelijke politie. De wijkagent. Diegene die uw vader o.a. liet weten dat ge zonder licht met uwe fiets reed. Die aan huis kwam bellen en informeren als de buren klachten hadden.
une mine
zowel een mijn (steenkool, ertsen) als de stift van een potlood. Un porte-plume en un porte-mine waren twee noodzakelijke schoolbenodigheden in de houten pennedoos van een leerling van de lagere school in de jaren ’50. Met een reserve ballon-pen en een kokertje minnekes en een griffel.
- waon
Als de a+o de uitspraak is van “wagen” waarbij de tussenliggende g (die H.Claeys intervocaal noemt) weggelaten wordt, wat zou sporre(n) of spurre(n) dan wel kunnen beduiden? Spoorslags, sporen, spurten. Kan iemand ophelderen?
kiengkeste - kestekiengd ?
In Antwerpen spreekt men van “e kastekiengd” – een karstekind, een kerstkind, een gekerstend kind. Betekent het Westvlaamse “de kiengkeste” zoveel als de kerstening van een kind of sla ik de bal mis?
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.