Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Merci Bon, het is verbeterd.
Ik zie dat het verkleinwoord in VL er vaak een extra e tussen krijgt pil – pilleke, schil – schilleke. In Limburg kan dat ook maar vaker wordt ‘ke’ er meteen achter gezet. Pilke, schilke (sjèlke).
Schillekes en dozekes, (sjèlkes en deuskes)
Die Brabo’s toch…
De derde vbzin kwam er bij het kopiëren en plakken nogal verhaspeld uit. Ik heb de boel maar met de hand overgetikt. Rest de vraag wat er met ‘onmenichlyken’ bedoeld werd in die tijd. Ik kon er niets over vinden.
Het klopt wat nhtn zegt over spuit en spuitje. Wel dient opgemerkt voor spuit de laatste decennia in NL steeds meer het woord ‘prik’ vervangen wordt: VL 9 : NL 198.
Kamagurka tekent vandaag een dokter met mondmasker en een enorme spuit die tegen een angstig manneke zegt: Helaas is het vaccin er nog niet maar ik heb wel een spuit voor u. Het zweet vliegt rond bij het ventje…
De term doet denken aan de franse (médecin) généraliste. Echter, huisarts is zowel in VL als NL een specialisatie waarvoor een driejarige opleiding vereist is.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.