Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Reacties van petrik

    abjaar

    hapsjaar

    Zou kunnen teruggaan op Waals “hape-tchâr”, dat mogelijk zelf van Germaanse oorsprong is (hapscheer). In Limburg is “hapsjaar” een gulzig, inhalig persoon, maar het is vooral een folkloristisch begrip in Wallonië, met name in het carnaval van Malmédy (zie bv.: http://www.malmedy.be/documents/maques-carnaval/LaHaguete.pdf).

    Toegevoegd door petrik op 06 May 2009 17:51

    toarteklui

    Doet wat denken aan de (Zuid-)Limburgse “toeteba” – bij veel van die oudere woorden is de etymologie nog moeilijk te achterhalen.

    Toegevoegd door petrik op 06 May 2009 17:37

    nen

    Wat Trezebees zegt (of liever: zei, ’t is al een tijdje geleden), klopt ook voor Limburg:

    ne man, ’n vroo, e kènd
    nen appel, nen hond (pardon: hooooooond), nen iërappel (aardappel), nen délper (dorpel), nen toën (toren)
    nen appel, nen haaven appel (een halve appel)

    Onzijdig lidw. e wordt ’n voor een klinker of h (dus niet voor d of t):
    ’n êppelke, ’n haaf êppelke (half appeltje)
    e doof kinneke, e tiëg braud (taai brood)

    Ter aanvulling van wat Anthony Liekens schreef: in Limburg hoor je in het lidwoord of attributief gebruikt adjectief geen -n voor een b; wij zeggen:
    ne boom, ne braune boom (“ne blooë boom” krijgen we niet zo gauw te zien, haha), ne bènnebeir (mannetjesvarken met onvolledig ballenstelsel)

    Toegevoegd door petrik op 05 May 2009 13:57

    fier zijn op

    Jong jong

    Jong jong Grytolle, wat maakt ge mij toch te bakken!

    Ge kopieert een stukske uit de Van Dale, maar het deel dat mijn gelijk bewijst, laat ge weg. Waar slaat dat op!

    Onder betekenis “1 (van personen) vervuld en uiterlijk blijk gevend van een sterk zelfbewustzijn en eergevoel, in gunstige zin trots” staat er toch duidelijk “(Belgisch-Nederlands, niet algemeen) fier op – = trots op – (hij is fier op zijn afkomst)”.
    Om van de krakkemikkige lemma & definitie nog te zwijgen …

    Toegevoegd door petrik op 05 May 2009 13:29

    avondskost

    noskes

    Als ge iemand hoort zeggen “de noskes ès viërig”, dan bedoelt hij: “den oëveskos ès viërig”, d.i. de avondskost is veerdig, het avondeten is gereed.

    Toegevoegd door petrik op 30 Apr 2009 14:55

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.