Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
die
Toch niet, Grytolle: ‘die’ =
‘dèè’ (of ‘dae’, kwestie van spelling) verwijzend naar een man (geen buigingsuitgang); ‘dij’ (wij zeggen ‘daaj’ bij stoottoon) kan verwijzen naar een vrouw of (meervoudig) naar meerdere personen
Ten overvloed: “grojje” ook niet onbekend in bepaalde delen van (Zuid-)Limburg: “de maos draaj kér grojje” (ge moogt drie keer raden) of in het raadseltje “lap op lap, noëd op noëd, de zies ’t op stroët ên de kons ’t nie grojje” (lap op lap, naad op naad, ge ziet het op straat en gij kunt het niet raden).
Alleen die ‘zalfkes’ die ze tegenwoordig overal bij kwakken – daar zal ik nooit kunnen aan wennen. Lekker is anders. Snappen die keukenkwieten dan niet dat zalf dient “tot uitwendig geneesmiddel” of als een “welriekend smeersel waarmee m.n. mensen in Azië hun haar en lichaam bestrijken” …? (om Van Dale te citeren)
Konden ze nu echt geen betere vertaling vinden voor die Franse “pommade”?
ook elders in het Brabantstalig gebied, o.a. Brussel, Leuven
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.