Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
hiej
De “schie” van Eduard vormde de aanleiding. Ik vermoed dat “hie” ook Brabants is (al hoor je wel eens “hiej”). In Limburg ook “heej” en “haaj” (betekenis: hier + hierheen, naast het oudere “hert” of “her(re)s”: kom èns hêrt(e)! (scherts. als iemand gevallen is) kom hêrt, ich raop dich op!)
(aangebracht door jiet, onder bra)
De uitdrukking staat ongemarkeerd in Van Dale (wat niet wegneemt dat ze toch van Vlaamse oorsprong kan zijn …?):
3 (g.mv.) het vet is er van de soep
daar is geen voordeel meer te behalen.
In de Van Dale van 1864 stond alleen “(spr.) het vet is van den ketel, de meeste winst is reeds gemaakt”.
Lijkt me mannelijk, toch in mijn (Limburgs) dialect:
“m’ne zaol steet te haug”.
keikebos
De Limburgse variant is (plaatselijk) “keikebos” (mogelijk onder Brabantse invloed, want keike = kuiken) of “hinnebos” (hennenborst). De betekenis lijkt me: 1. “smalle, vooruitstekende borst, als van een kip”, en hiervan afgeleid 2. “weinig indruk makende, onmachtige (mannen)borst”.
Van Dale geeft als definitie voor “kippenborst”: “onbehaarde, witte borst van geringe omvang”, wat zou betekenen dat men (in het Nederlands) ook van een kind kan zeggen dat het een kiekenborst heeft.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.