Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
achter de deur
“Moet er nog zand zijn?” vraagt er iemand. “Ja, kapt het maar achter de deur!” vult iemand anders aan.Wit zand werd op de grond gestrooid. In de Kempen waren dat vaak nog eenvoudige rode aardewerken tegels. Men maakte met het zand allerlei figuurtjes op de grond bij wijze van versiering. Zandverkopers trokken van deur tot deur met een hondenkar, net zoals de melkboeren en andere rondtrekkende handelaars. Er was zelfs een speciaal ras grote sterke honden die dienden om de kar te trekken. Na de oorlog werd dit verboden en er was toen ook al geen grote behoefte meer aan keerzand.
rittepetie?
Nu ik er nog eens over nadenk meen ik me te herinneren dat mijn moeder niet zei “ribbedebie” maar wel “rittepetie”. Met excuses voor de lezer, maar mijn kinderjaren, toen ik als “vuile pluk” door mijn moeke naar de pomp gestuurd werd (letterlijk), zijn ook al meer dan een halve eeuw geleden… Oproep: is het woord “rittepetie” (ogenblikkelijk, als de bliksem) nog gekend door andere dialectsprekers?
ribbedebie
het moest inderdaad “ribbedebie” zijn, maar dat schijnt niet te kloppen. Ik denk dat het een geval van “familietaal” is, een fout (ook tegen dialectregels kan men fouten maken) kan zich vastzetten op het taalgebruik van een familie of zelfs ruimere groep. Ik heb het woord ribbedebie als synoniem voor “als de bliksem” van mijn moeder.
Antwerpen? Brugge?
Waar is het nu demp, Swa? In Antwerpen of in Brugge? Het kan me geen demp schelen, maar ja, het is een beetje raar…
trut: altijd vrouwelijk
Trut (AN!)is een negatief woord om een vrouw of een meisje aan te duiden. Hoe kan een “gast” dan een “zeeptrut” zijn?
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.