Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Piske aan de grens...
Anneke Debaas van Cafetaria Puttegrens vindt „de kakofonie aan regeltjes gekmakend”. Haar snackbar staat aan de Nederlandse kant van Putte, maar haar woning, twintig meter verderop, staat in Vlaams Putte. Als haar zoontje plots op zijn step het kruispunt oversteekt, rent ze er bezorgd, zonder mondkapje, achteraan. Even later, terug aan het frituur: „Als de Vlaamse politie me had gezien, had ik een boete van 250 euro gekregen.” De avondklok vindt ze nog het ergste. „Mijn hond moet altijd rond middernacht een piske doen. Voor hem geldt die avondklok niet, voor mij wel. Ik kan ’m toch moeilijk in z’n eentje de straat op sturen?” (Uit: NRC-Handelsblad, ‘Corona en de grens’.)
Zich omkleden wordt in NL vaak gebruikt als men zijn werkkleding verwisselt voor nette kleding. Van je kloffie in je goeie goed gaan dus.
Pas het lemma maar aan nhtn, ik heb daar geen moeite mee.
Overigens waren de meeste vakken die Artevelde noemt vroeger aparte opleidingen: tekenleraar (-meester), handenarbeidleraar, handwerkjuf (lerares textiele werkvormen en naaldvakken).
In Gent worden genieën afgeleverd begrijp ik ;-)
Oewa choe da gè da kuunt, iek zouw da nie kun’n ?
Kennelijk is het begrip bubbel bij deze crisis volbloed belgisch. Als de Fransen het gebruiken staat het altijd tussen aanhalingstekens en is het altijd met betrekking tot België. Ook in NL is dat het geval.
:
A partir de mercredi, le nombre de personnes que les Belges sont autorisés à voir de façon rapprochée et régulière dans le cadre de leur « bulle de contact » sera notamment abaissé de quinze à cinq personnes. (Le Monde, vandaag)
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.