Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Reacties van Marcus

    kulbatist

    Baptist, ja

    Ik had dat zelf ook al gedacht, dat het van Baptist – verkort tot Batist of Tist – zou kunnen komen. Maar ik heb mijn moeder als alternatief voor kulbatist ook wel eens kulbuteur (tuimelaar) horen zeggen. Er waren heel veel Franse woorden in omloop die de mensen opgeraapt hadden in WalloniĆ« en Frankrijk bij de bieten- en graancampagnes. De Vlamingen waren ooit de Oosteuropeanen van dienst. Ook in grote fabrieken werd veel verhaspeld Frans gebruikt. De mensen leerden de woorden kennen zonder veel uitleg en maakten er eigen creaties van: het onderdeel “cul” werd dan geassocieerd met “kul”. Maar het is zeker niet uitgesloten dat ge gelijk hebt of dat het een samenspel is van de twee verklaringen of dat er nog iets anders tussen zit. Etymologie is meestal een mooi woord voor “er met zijn klak naar gooien”. Uitspraak van dit vreemde woord: accent op -tist.

    Toegevoegd door Marcus op 26 Feb 2014 16:35

    overlezen

    Bloedneus behandeld

    Mijn moeder leed als kind veel aan neusbloedingen. Mijn grootvader bracht haar naar het klooster in Hoogstraten om haar te laten overlezen door een pater. Dat gebeurde, mijn grootvader betaalde de sjaman dertig frank voor zijn werk en kreeg dan nog een roodgeverfde zijden draad die zijn dochter moest beschutten voor de kwaal van neusbloedingen. Antwerpse Kempen in de jaren dertig van de vorige eeuw.

    Toegevoegd door Marcus op 26 Feb 2014 02:28

    snijder

    mijn beste Grognard,

    diamantairs zijn zakenlieden die in diamant handelen, meestal geslepen diamant die reeds gemonteerd is in juwelen zoals ringen, oorringen, halskettingen… Klievers, zagers,snijders, verstelders en slijpers waren werklie die vroeger in miserabele omstandigheden de steentjes moesten polijsten die later het lichaam van rijke madammen zouden versieren. De slijperijen of “fabrieken” zoals ze meestal genoemd werden waren meestal miserabele betonnen hokken, verwarmd met een kolenkacheltje, en zonder enige vorm van modern sanitair. Er was geen afzuigsysteem (gelieve geen grapjes te maken please) en heel wat slijpers zijn gestorven aan stoflong voor ze gepensioneerd geraakten. Mensen moesten hun eigen “inschrijvingsgeld” betalen, zoals dat toen genoemd werd, dat wil zeggen: de baas verhaalde hun sociale zekerheid op de lonen. En dat heeft geduurd tot in de jaren zeventig. Toen de boel “geregulariseerd” werd stierf de diamantnijverheid grotendeels uit en verdween ze naar India en Zuid Afrika, waar, zoals bekend, de werklie ook echte “diamantairs” zijn. Wat er van overschiet in Antwerpen is niet veel, het is vooral specialistenwerk, echte toptechnologie. Maar diamant bewerken is al lang niets meer voor gewone arbeiders in de Kempen.

    Toegevoegd door Marcus op 26 Feb 2014 02:13

    bakkes

    zeer juist Rodo!

    Toegevoegd door Marcus op 26 Feb 2014 01:58

    bakkes

    inderdaad

    Ik wou dat alleen maar even beklemtonen met een andere formulering en een bijkomend element: de Latijnse achtergrond.

    Toegevoegd door Marcus op 25 Feb 2014 19:28

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.