Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
‘waistcoat’, dus. Taillevestje, zo u wil.
Over nen gilet gesproken: ik draag dikwerf een ‘waiscoat’ onder mijn colbertvest, zo met van die zakskies om uw uurwerk in te steken; en ik weet dat dat de standaardnederlandse betekenis van ‘gilet’ is.
Maar vroeger, als er over gilets gesproken werd, werd daar bij ons een debardeur mee bedoeld, dus nen plover zonder mouwen, van wol dus. Wat in ’t AN een gilet wordt genoemd, dat was bij ons een ‘ondervestje’, ter onderscheiding van de ‘kostuumvest’. Ik heb pas later geleerd dat gilet daarnaar verwijst, en niet naar nen debardeur.
Is dat typisch voor de Vlaamse Ardennen, of was dat elders ook zo?
Aardig dat dat AN is; ’k en heb dat nog nooit gehoord…
bescheid: SN, zekerst?
Dit is eilacie slechts een uitspraakvariant van bescheid, dat algemeen Nederlands is.
„Ik zal u spoedig bescheid uitbrengen / bescheid geven.”
De uitdrukking is een rechtstreeks cognaat van het Duits:
„Ich werde Ihnen baldmöglichst Bescheid geben.”
„Sie wissen Bescheid!” = „U bent op de hoogte!”
Ik herinner mij die uitdrukking. Ik associeer ze evenwel met ‘den ganzen inboedel’.
Toen ze verhuisden, namen ze alles mee, al wat poten en oren had.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.