Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Eine Litze is een stukske koord of kabel, of ook wel een opnaaisel op ne frak.
Ik heb pas veel later ontdekt dat ‘mesannen’ bestond. Wij zegden steevast ‘besann’. De aanwezigheid van die d is niet doorzichtig: de langgerekte n van ‘besann’ doet die verdwijnen; ik heb ook nooit iets van een glottisslag of zoiets als een Deense ‘stød’ gemerkt in dat woord. Maar ons plaatselijke dialect is door elkeen altijd zonder twijfel als Uëstvloms beschouwd geweest, en de meeste mensen beseffen niet dat dat voor pakweg een Antwerpenaar of Limburger nauwelijks van West-Vlaams te onderscheiden valt. In de geest van de sprekers uit mijn streek is West-Vlaams iets heel anders. Dat verbaasde mij in den beginne ook altijd: „Allez, ’k en klap ekik toch giën Westfluuts?”
Standaardnederlands zijn:
te mijnent
te jouwent
te zijnent
te harent
te onzent
te uwent
te hunnent
„Ik heb vernomen als dat nichte Annette dinsdagavond te onzent komt. Weest zo goed haar mijne kousen mede te geven.” (staat op een briefkaart)
Klokspijs is een legering van koper en tin, waaruit klokken worden gemaakt. Vandaar de uitdrukking: „dat gaat erin als klokspijs”, hetgeen dan weer de naam van een gerecht is.
https://nl.wikipedia.org/wiki/Klokspijs_(legering)
Ik weet eigenlijk niet wat voor eten klokspijs moge zijn; de Wiki heeft er geen artikel omtrent. Misschien is dit überhaupt niet zo Vlaams?
’t Is logisch. Een schuiferling is iets waarmede men schuifelt.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.